skip to Main Content

Advocaat-generaal Hoge Raad adviseert over zaak MD/PhD-promovendi UMCG

De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft op 23 augustus 2024 geadviseerd over de rechtszaak van de MD/PhD-promovendi bij het UMCG. Hij stelt voor het eerdere arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden gedeeltelijk te vernietigen. In 2023 oordeelde dat Gerechtshof dat de MD/PhD-promovendi recht hebben op een arbeidsovereenkomst bij het UMCG, net als reguliere werknemerspromovendi. De advocaat-generaal zegt nu dat dit niet mogelijk was voor de periode van 2016-2018, toen de promovendi als ‘student’ werden aangenomen. In die tijd konden medewerkers van umc’s alleen als ambtenaar worden aangesteld, niet als werknemer.

Al ruim twintig jaar bestaat in Groningen het MD/PhD-programma, waarbij masterstudenten geneeskunde hun studie combineren met een promotietraject in dienst van het UMCG. Tussen oktober 2016 en oktober 2018 nam het UMCG deel aan een experiment van het ministerie van OCW, met als doel het aantal promotietrajecten te bevorderen. Tijdens die periode werden de MD/PhD’ers als ‘student’ aangenomen. Dat betekent dat ze geen overeenkomst als reguliere werknemer kregen, maar wel salaris. Dit salaris was echter lager dan het salaris van werknemer-promovendi. Bovendien hadden ze geen recht op pensioenopbouw en kregen ze ook geen vakantiegeld of eindejaarsuitkering.

Uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

De MD/PhD’ers wonnen hierover juridisch advies in bij de LAD, waarna werd besloten een zaak aan te spannen. Arbeidsjurist mr. Dino Jongsma van het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD stond hen in een procedure bij de kantonrechter bij. De kantonrechter oordeelde op 4 januari 2022 dat de promovendi een opleidingsovereenkomst met het UMCG hadden en geen arbeidsovereenkomst. De promovendi waren het niet eens met dit oordeel en lieten bijna allemaal hoger beroep aantekenen. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelde vorig jaar dat er wel degelijk sprake is van een arbeidsovereenkomst. Het UMCG ging vervolgens in cassatie tegen die uitspraak van het gerechtshof.

Conclusie advocaat-generaal

De advocaat-generaal van de Hoge Raad heeft nu geconcludeerd tot gedeeltelijke vernietiging van het arrest van Hof Arnhem-Leeuwarden. In de conclusie wordt aangegeven dat het voor de promovendi in de periode 2016-2018 niet mogelijk was een arbeidsovereenkomst af te sluiten met het UMCG, aangezien voor umc-medewerkers in deze periode slechts een aanstelling als ambtenaar mogelijk was (de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren was namelijk nog niet in werking getreden). De promovendi waren, volgens de advocaat-generaal, in de genoemde periode echter niet aangesteld als ambtenaar, maar materieel-juridisch waren zij dat wél. Dat maakt de situatie volgens de advocaat-generaal “enigszins onbevredigend”, omdat bij de overeenkomsten met de MD/PhD-promovendi lijkt te zijn gehandeld in strijd met de wet.

Voor promovendi die tussen 2016 en 2018 zijn aangesteld en die na 1 januari 2020 nog als zodanig zijn verbonden aan het UMCG, adviseert de advocaat-generaal dat zij op basis van de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren wél een arbeidsovereenkomst zouden moeten hebben. Maar ook dit vindt hij geen bevredigende oplossing, omdat de promovendi eerder tevergeefs probeerden een ambtelijke aanstelling af te dwingen. Dat is echter al in een eerdere fase op formele gronden afgewezen door de bestuursrechter.

Hoe verder?

De conclusie van de advocaat-generaal is een zwaarwegend juridisch advies aan de Hoge Raad. De Hoge Raad kan zelf over de zaak beslissen door het arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden te vernietigen en in plaats daarvan voor recht te verklaren dat de overeenkomsten tussen de MD/PhD-promovendi en het UMCG, voor zover die nog bestonden op 1 januari 2020, vanaf die datum te kwalificeren als een arbeidsovereenkomst. De Hoge Raad neemt hierover zelf de uiteindelijke beslissing. Dat gebeurt naar verwachting eind dit jaar.

Reactie promovendi

De MD/PhD-promovendi zijn aan de ene kant blij dat er met dit advies duidelijkheid is gekomen over hun arbeidsrechtelijke positie en hun recht op gelijk loon. Veel promovendi zijn namelijk nog na 1 januari 2020 aan het UMCG verbonden (geweest). De promovendi zijn aan de andere kant teleurgesteld over de aangebrachte knip tussen de periode voor en na 1 januari 2020 en kijken uit naar de uiteindelijke beslissing van de Hoge Raad.