skip to Main Content

Aanvullend beleid voor opnemen en intrekken vakantieverlof: mag dat?

 

De LAD heeft de afgelopen weken signalen gekregen van artsen en andere zorgprofessionals dat hun werkgever tijdelijk beleid heeft gemaakt voor het opnemen en intrekken van vakantieverlof in verband met de COVID-19-crisis. Het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD benadrukt dat ‘aanvullend’ beleid bovenop een cao of de wettelijke bepalingen niet zomaar kan. Wij voorzien dat het vraagstuk rondom het opnemen van vakantiedagen ook de komende maanden blijft spelen. Daarom leggen we in dit bericht uit wat in de wet over vakantieverlof is geregeld.

Het opnemen van vakantieverlof is geregeld in het burgerlijk wetboek (BW) en vaak ook nader uitgewerkt in een cao. In het BW staat dat de werkgever verplicht is de werknemer ieder jaar in de gelegenheid te stellen het aantal vakantie-uren op te nemen waarop hij aanspraak heeft. Werkgevers hebben niet de bevoegdheid een werknemer verplicht met vakantie te sturen. Of een werknemer zijn vakantie-uren opneemt, is met andere woorden een keuze van de werknemer zelf. Daarbij komt dat vakantieverlof een recuperatiefunctie heeft. Dit betekent dat het verlof is bedoeld om uit te rusten of bij te komen van het werk: juist dat is in deze extreem drukke tijden van groot belang. Aan dit recht kan dus niet zomaar getornd worden.

Het vraagstuk rondom vakanties kent kortweg 3 hoofdvragen:


1. Kan de werkgever de werknemer verplichten vakantie op te nemen?
In de wet staat dat de werkgever de tijdstippen van aanvang en einde van de vakantie vaststelt overeenkomstig de wensen van de werknemer, tenzij er ‘gewichtige redenen’ zijn om dat niet te doen (zie ook vraag 2). Volgens de wet is het niet aan de werkgever om te bepalen in welke periode een werknemer vakantiedagen opneemt. Dit kan alleen als dit expliciet is opgenomen in de individuele arbeidsovereenkomst of in de cao. Is er als gevolg van de COVID-19-crisis op een bepaalde afdeling minder werk voorhanden, dan komt dat volgens de wet voor risico van de instelling. Het is dus geen legitieme reden om iemand te verplichten om zijn vakantiedagen op te nemen.

2. Kan de werkgever een vakantieverzoek weigeren of reeds geplande vakantie intrekken?
De werkgever kan een vakantieverzoek wel afwijzen of een reeds geplande vakantie intrekken als de werkgever een ‘gewichtige reden’ kan aantonen. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als de werknemer onmisbaar is in de periode waarvoor hij verlof heeft aangevraagd, en wel zodanig dat de bedrijfsvoering hierdoor ernstig ontwricht zou raken. Een ‘algemeen’ beleid van een werkgever waarin staat hoe de komende periode wordt omgegaan met het toekennen/intrekken van verlof, strookt echter niet met de wet en de cao’s die in de zorg gelden. Dit betekent dat werknemer en werkgever per situatie samen moeten kijken hoe ze met verzoeken voor vakantieverlof omgaan.

3. Kan de werknemer zelf een reeds geplande vakantie alsnog intrekken?
Als de werknemer een verzoek doet om zijn geplande vakantie in te trekken, kan de werkgever dit niet zonder meer weigeren. Uitgangspunt is immers dat de werkgever de vakantie overeenkomstig de wensen van de werknemer vaststelt. Dit impliceert dat de werknemer de vakantie ook moet kunnen wijzigen (uiteraard behoudens gewichtige redenen). Goed werkgeverschap kan bovendien met zich meebrengen dat de werkgever het verzoek van de werknemer om zijn vakantie in te trekken dient te honoreren. Hier mag niet te lichtvaardig mee worden omgegaan.

Kortom …

Voor de werknemer is het van belang dat hij zijn vakantie kan genieten op de door hem gewenste wijze. Dit kan door de huidige situatie in het gedrang komen. Bovendien is de vraag of de functie van vakantiedagen (recuperatie), door de belemmeringen die de COVID-19-crisis met zich meebrengt, wel tot zijn recht komt.
Voor de werkgever kan van belang zijn dat de werknemer werkzaam is op een werkplek waar op dit moment juist weinig werk is. Het is echter de vraag of dat risico op de werknemer moet worden afgewenteld door hem te verplichten zijn dagen, zoals aanvankelijk afgesproken, op te nemen. Naar onze mening ligt dit in de risicosfeer van de werkgever.

Het is op zich begrijpelijk dat werkgevers willen voorkomen dat werknemers straks allemaal tegelijk op vakantie willen, waardoor bezettingsproblemen ontstaan. Wij zijn van mening dat dit argument niet op het moment van het intrekken van de vakantie al een gewichtige reden kan zijn. Dit laatste hoeft namelijk geen probleem te zijn, omdat op het moment van de nieuwe vakantieaanvraag opnieuw moet worden bekeken of deze kan worden gehonoreerd en of er geen gewichtige redenen, zoals roostertechnische problemen.

Maatwerk dus, en geen ‘algemeen beleid’ voor alle werknemers.

Vragen?

Heeft uw werkgever aanvullend beleid gemaakt en twijfelt u of dit wel conform de wet of cao is? Neem dan contact op met de juristen van het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD via 088 – 13 44 112 of bureau@lad.nl. Zij kunnen uw specifieke situatie toetsen.