LAD-magazine, nr. 20

Page 1

Magazine Het verpleeghuis is het einde

Trainingsaanbod 2018

Komst eHealth vereist extra vaardigheden

Beslissen doe je samen

Nummer 20 - December 2017 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)


Voorwoord

Over de heg Als dit magazine voor u ligt, zwaait het nieuwe kabinet ruim een maand de scepter. Grote vraag is wat er de komende vier jaar gaat veranderen, en dan doel ik na­tuur­lijk met name op de zorg. Nadat Edith Schippers en Martin van Rijn jarenlang de vertrouwde gezichten waren, gaan maar liefst drie nieuwe bewindslieden op het ministerie van VWS het beleid uit het regeerak­ koord vormgeven: een minister van VWS, een minister voor Medische zorg en een staatssecretaris van VWS.

hun eigen heg heen kunnen kijken. Kruisbestuiving is iets wat de zorg hard nodig heeft. Sinds ik in het be­ stuur van de LAD zit, heb ik zelf aan den lijve ervaren hoe waardevol het is om als medisch specialist eens te horen hoe werkdruk in de verpleeghuiszorg wordt aangepakt en hoe huisartsen aankijken tegen samen­ werken met tweedelijnszorgaanbieders. Dat verruimt je blik en het helpt om de zorg beter en effectiever te maken.

Toen ik dat voor het eerst las, was mijn primaire reactie: mooi! De zorg verdient in dit nieuwe kabinet zoveel prioriteit, dat we niet twee, maar drie bewinds­ lieden krijgen. Maar, kritisch als ik ben, ben ik wel nieuws­gierig hoe de samenhang tussen de drie taken­­ pak­ket­ten wordt geborgd. CDA’er Hugo de Jonge (minis­ ter van VWS) zal zich met name met de ouderen­zorg en medisch-ethische vraagstukken gaan bezig­houden, terwijl VVD’er Bruno Bruins (minister voor Medische zorg) op de curatieve zorg focust. Paul Blokhuis (staats­­ secretaris, ChristenUnie) gaat op zijn beurt over pre­ ven­tie, de ggz en maatschappelijke opvang.

Wat betreft de kabinetsplannen voor de komende vier jaar, zijn we blij dat er geen grootscheepse her­­vor­min­ gen zijn aangekondigd. De zorg heeft de afge­­lopen jaren al genoeg veranderingen op zich af zien komen. In dat licht maak ik me wel zorgen over de bezuiniging van 1,9 miljard euro die moet worden gerealiseerd via het sluiten van hoofdlijnenakkoorden over me­dischspecialistische zorg, de ggz, huisartsen- en multi­dis­ci­ plinaire zorg en de wijkverpleging. Van die ak­koor­­den zijn we een groot voorstander, laat ik daar duide­lijk over zijn. Maar als bezuinigen de primaire insteek wordt, vind ik dat een gemiste kans. Het ver­groten van de kwaliteit van de zorg aan patiënten zou voor­op moeten staan. En in mijn optiek kunnen we die kwaliteit ver­­ groten door beter samen te werken bin­nen alle ver­schil­ lende zorgsegmenten. Ik hoop dat die samen­­werking ook een speerpunt van de VWS-bewindslieden wordt.

Een heldere taakverdeling, maar zo afgescheiden als op papier staat zijn deze terreinen in de prak­tijk natuurlijk niet. Eerste- en tweedelijnszorg grijpen steeds meer in elkaar, ouderenzorg moet goed aan­ sluiten op de andere zorgsegmenten en pre­ventie is een item dat in alle velden een belang­rijke rol speelt. Ik hoop dan ook dat de nieuwe be­winds­lieden over

LAD magazine | 2

Christiaan Keijzer voorzitter LAD


Inhoud

7

LAD-trainingen in 2018

10 Innovatieprofiel

Nieuws

4

Achter het nieuws

De technische mogelijkheden van eHealth bereiken razendsnel de spreekkamer, terwijl artsen daar nauwelijks op worden voor­bereid. De Jonge Specialist pleit voor een innovatie­ profiel als nieuw onderdeel in medische vervolg­opleidingen.

13 #KoffievoordeCo

Column

Er zijn nog steeds ziekenhuizen waar de coassistent geacht wordt koffie te halen. Tijd om dat om te draaien en onze jonge collega’s in het zonnetje te zetten!

14 Vernieuwde AMS

De afspraken uit het pensioenaftoppings­ ak­koord zijn uitgewerkt in de Arbeidsvoor­ waarden­regeling Medisch Specialisten (AMS). Wat betekent dat precies?

Arts en patiënt beslissen samen Betere zorg begint met een goed gesprek: zo heet de campagne die de Federatie Medisch Specialisten en de Patiëntenfederatie Nederland in 2016 zijn gestart. Wat is er het afgelopen jaar in gang gezet, wat betekent ‘samen beslissen’ voor de werkwijze van artsen en in hoeverre merkt de patiënt er al wat van?

8 17 Mediation: hoe gaat dat in zijn werk? 18 Het bureau in beeld

Werk en privé

Reconstructie

Bureau in beeld

“We willen dat mensen anders over de verpleeghuiszorg gaan denken” Als de verpleeghuiszorg in het nieuws komt, is dat vrijwel altijd negatief, viel Freya Angenent en Lauke Bisschops op toen ze aan hun opleiding tot specialist ouderengeneeskunde begonnen. Met hun boek Het verpleeghuis is het einde! willen ze daar verandering in brengen. “Het verpleeghuis is niet het allerergste wat je kan overkomen, maar is juist een plek die mensen het gevoel geeft dat ze weer ergens bij horen.” December 2017 | 3


Tekst Tekst Marjolein Marjolein Dekker Dekker Illustratie FotografieRonald Ivar PelSlabbers

Beslissen kan alleen Betere zorg begint met een goed gesprek: zo heet de campagne die de Federatie Medisch Specialisten (FMS) en de Patiënten­federatie Nederland ruim een jaar geleden zijn gestart. Intussen zijn diverse onder­steu­nings­­middelen ontwik­ keld voor het voeren van een goed gesprek. Daarnaast draait in twaalf zieken­huizen ook het im­ple­­men­ tatie­programma ‘Beslist samen!’. Wat heeft dat concreet opge­leverd en in hoe­ver­re wordt de patiënt nu écht betrokken?

Wie als patiënt in het Reinier de Graaf zieken­huis in Delft een afspraak heeft vanwege COPD of prostaatkanker, ziet bij de poli’s grote schermen hangen met daarop drie vragen: wat zijn mijn mogelijkheden, wat zijn de voor- en nadelen van die moge­­lijk­heden en wat betekent dat voor mijn situ­atie? De vragen zijn bedoeld als lei­­draad voor een gesprek met de arts of ver­­pleeg­kundige en sluiten aan op de LAD magazine | 4

campagne ‘Betere zorg begint met een goed gesprek!’. “Het lijken open deuren, maar we merken nu al dat het werkt”, zegt Stella de Regt, projectleider Samen Beslissen in het Reinier de Graaf ziekenhuis. “Zo zat een patiënt deze week aandachtig de bijbehorende brochure van de drie vragen in de wachtkamer te be­stu­deren. Toen hij een gesprek had met zijn uroloog, kwam hij zelfverzekerd binnen en zei hij: ‘Nou

dokter, ik begrijp dat ik u nu eens degene ben die de vragen mag stel­len.’ Enigszins gekscherend bedoeld natuur­lijk, maar het is wel precies waar deze campagne om draait: de dokter beslist niet een­zijdig wat er gaat gebeuren. Dat moet vooral in samenspraak met de patiënt.”

Betrokken patiënt is trouwer

Uit onderzoek blijkt dat patiënten zich niet


Begin een goed gesprek

samen­ altijd betrokken voelen bij de beslissing over hun behandeling. Het is nog te veel eenrichtingsverkeer, waarbij de arts be­ paalt, terwijl de patiënt met veel vragen blijft zitten. Dat moet anders, vinden de FMS en de Patiëntenfederatie. Achterliggende gedachte is dat door een goed gesprek duide­lijk wordt welke behandeling het beste bij de patiënt past. Dat is belangrijk, want patiënten die worden betrokken bij de beslis­sing voor hun behandeling, zijn vaker tevreden én volgen hun behandeling ook trouwer. Behandelingen zijn dus veel ef­fi ciën­ter als ze in samenspraak met de patiënt tot stand komen. De cam­pag­ne is in de eerste plaats bedoeld om artsen en patiën­­ten te ondersteunen om samen beslis­­­sen in de praktijk vorm te geven. Daar­naast willen de FMS en de Patiën­ten­ federatie bestaande initiatieven be­ken­der maken en stimuleren dat best practices worden gedeeld: onder de radar gebeurt namelijk al veel en het is zonde als iedereen het wiel opnieuw probeert uit te vinden.

Hoe geef je een goed gesprek in de spreekkamer vorm? Op begineengoedgesprek.nl, de campagnesite van ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’, staan veel adviezen, tips en ondersteunende middelen voor zowel de arts als de patiënt. Naast de 3 goede vragen-methode staan op de site bijvoorbeeld ook consultkaarten, waarop van een bepaalde aandoening alle behandelmogelijkheden staan. Arts en patiënt kunnen de consultkaart gebruiken om tijdens een gesprek alle behandelopties te bespreken, vergelijken en vervolgens samen een keuze te maken.

die tot doel heeft een goed gesprek tussen arts en patiënt te stimuleren. Deze methode ging als pilot van start in het Radboudumc en de resultaten waren veelbelovend: 86 procent van de patiënten vindt dat de drie vragen helpen om samen met hun arts te beslissen en 62 procent is zich er bewust van geworden dat ze keuzes hebben en zelf inspraak hebben.

Nulmeting

Het Reinier de Graaf ziekenhuis is een van de twaalf ziekenhuizen die voor het ‘Beslist samen!’-programma wer­den gese­lecteerd. “Het past in onze nieuwe strate­gie om de patiënt centraler te zetten”, vertelt De Regt. “We draaien nu een pilot voor de zorg­pro­ cessen COPD en pros­­taatkanker en zijn begonnen met een nulmeting, waar­bij we ruim veer­tig gesprekken hebben opge­ no­­men (uiteraard met instem­ming van de pa­tiënt). Bij urologie waren dat gesprek­ken over de diag­­nose prostaat­kanker nadat er een biopt was af­ge­nomen. Bij COPD ging het om ‘gewone’ her­haal­consulten.”

Inspraak

Sinds de start vorig jaar is er het nodige in gang gezet. Daarnaast is het implementatie­ program­ma ‘Beslist samen!’ ontwikkeld. Ziekenhuizen konden zich begin dit jaar aanmelden om aan dit programma mee te doen, door een plan in te leveren met een duidelijke visie op het in de praktijk brengen van samen beslissen. Op basis van die plannen heeft een onafhankelijke commissie tien algemene ziekenhuizen en twee umc’s (zie ook het kader op pagina 6) geselecteerd. In maart zijn zij begonnen met het programma. Ze werken onder meer volgens de ‘drie goede vragen’-methode

“Zo dokter, ik begrijp dat ik nu eens de vragen mag stellen” De video-opnames zijn geanalyseerd met Option 5, een instrument om het pro­ces van besluitvorming te analyseren. Vervolgens zijn de resultaten besproken. De Regt: “Dat was heel leerzaam. Bij pros­taat­kanker waren de gesprekken vaak iets makkelijker te analyseren, omdat de voor- en nadelen van de behandelingsmethoden heel duide­ lijk zijn. Bij COPD ligt dat anders, omdat het een chronische ziekte is die niet te genezen

is. Wat de beste behandeling is voor de patiënt, heeft sterk te maken met lifestyle en eetgewoonten. Dat zijn geen mak­kelijke onder­werpen om te bespreken.” Behalve de video-opnames hebben de artsen en gespecialiseerd verpleegkundigen ook een training gekregen over Samen Beslissen. Hierin kwam de theorie aan bod, maar er is ook geoefend met de vier stappen van Samen Beslissen met behulp van een acteur. “Ook dit was erg leerzaam. Artsen en verpleegkundigen denken soms dat een patiënt hen heeft begrepen als ze hem zien knik­ken, maar als je het niet expliciet vraagt, weet je het eigenlijk niet zeker. Dat soort aspecten kwam tijdens de training aan bod. Daarnaast vonden ze het heel nuttig om van elkaar te leren; ze zien immers nooit hoe een collega het in de spreekkamer doet, en zagen dat nu wel.”

Implementatie

Naast de opnames en de training zet Reinier de Graaf zelf twee online tools in, die pa­tiën­­­ ten moeten helpen om de keuze voor een be­handeling nog scherper te krijgen. De Regt hoopt dat alle inspan­nin­gen tot een hogere zorgkwaliteit én hogere patiënt­tevredenheid leiden, zo­dat de manier van werken breder kan worden geïmple­­men­teerd op andere af­de­­lingen. “We zitten nu middenin de im­ ple­men­­­tatie­fase. In februari/maart volgt de na­meting en gaan we wederom bij patië­n­ ten toetsen wat ze ervan vinden. Daar­­naast gaan we ook opnieuw video-observaties doen. De meeste artsen en ver­pleeg­kun­ digen zijn heel positief. Natuurlijk zijn er altijd criticasters die vinden dat hen dit te veel tijd kost, ‘omdat ze al zoveel moeten’. Maar Samen Beslissen is geen gebakken >> December 2017 | 5


Over ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’ De campagne ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’ is een initiatief van de Federatie Medisch Specialisten en de Patiënten­federatie Nederland, in samen­ werking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse federatie van universitair medische centra (NFU). De campagne richt zich op zieken­ huizen en is mede mogelijk gemaakt door financiële ondersteuning van het ministerie van VWS, ZonMw en het Zorginstituut Nederland. Ambassadeur van de campagne is schrijver/dichter Bart Chabot, die als patiënt ‘ervaringsdeskundige’ in diverse ziekenhuizen is.

lucht; uit onder­zoek is juist ge­bleken dat het niet meer tijd hoeft te kosten. Het is een kwestie van een andere manier van werken die ontzettend veel oplevert.”

Patiëntenbetrokkenheid

Wat de inspanningen opleveren voor de patiënt, is nog moeilijk te zeggen, omdat veel ‘Beslist samen!’-ziekenhuizen midden­ in de implementatie zitten. Eind augustus ver­­scheen er wel een onderzoek van de Patiënten­­federatie Nederland onder bijna achtduizend leden. Daaruit blijkt dat er ver­­­­­betering is, maar dat de patiënt zich nog lang niet altijd betrokken voelt: vier jaar geleden zei 63 procent van de patiënten dat ze geen keuze­mogelijkheden kregen, dat is nu ge­daald naar 48 procent. Het goede nieuws is dus dat samen beslis­ sen vaker gebeurt, maar er is nog wel werk aan de winkel. Ageet Reith, lid van de Cliënten­­­­raad van ziekenhuis Bernhoven en in het dagelijks leven zelfstandig onder­­­­­nemer in de woningcorporatie- en zorg­­­sector, is niet verbaasd over de uit­ komst van het onderzoek. “Zowel artsen als patiën­ten moeten een soort cultuur­ LAD magazine | 6

Over ‘Beslist samen!’ In maart dit jaar ging het implementatie­ programma ‘Beslist samen!’ van start, dat ziekenhuizen ondersteunt bij het vorm­ geven van Samen Beslissen. De volgende ziekenhuizen doen mee aan dit programma: Beatrixziekenhuis Rivas, Bernhoven, Bravis ziekenhuis, CIRO, Elisabeth-Tweesteden Ziekenhuis, Isala, Elkerliek ziekenhuis, Erasmus MC, Flevo­ziekenhuis, Maastricht UMC+, Reinier de Graaf ziekenhuis en Zuyderland Medisch Centrum. De door deze ziekenhuizen ingediende plan­nen zijn be­oor­deeld op diverse kwaliteits­aspecten, zoals de doelstelling, im­ple­men­teer­baar­ heid, haalbaarheid, op­schaal­baarheid en draagvlak.

In dit ziekenhuis beslissen we samen 001 OW Stoepbord_06-zonderlogos-A1-A3-A4.indd 2

“De dokter beslist niet eenzijdig wat er moet gebeuren” ver­andering ondergaan, en dat heeft tijd nodig. Veel artsen zijn van oudsher gewend om te beslissen wat er moet gebeuren, en patiënten vinden het best lastig om kri­tis­che vragen te stellen en zitten al snel in een ‘under­dog’-positie. Samen Beslissen helpt om die verandering te realiseren, maar je verandert dat niet met een folder of filmpje. De verandering die moet plaats­vinden, is méér dan een campagne.”

Landelijke aandacht

Reith vindt het om die reden goed dat veel ziekenhuizen Samen Beslissen in hun strategie implementeren. “Bernhoven heeft dat ook gedaan. In 2014 zette het zieken­ huis een koerswijziging in om persoonlijke aandacht voor iedere patiënt bovenaan te zetten. Samen Beslissen vormt daarin een belangrijk onderdeel. Het ziekenhuis is ook een van de ‘Beslist samen!’-ziekenhuizen en had de 3 goede vragen-methode als eerste instelling ziekenhuisbreed geïmple­ menteerd.” Patiënten die een afspraak in Bernhoven hebben, krijgen van te voren al informatie toegestuurd met daarin de drie vragen. Maar ook op af­delingen zelf

wordt de methode gebruikt, weet Reith. “Als verpleegkundigen naar de patiënt toegaan, kondigen ze bijvoorbeeld aan wie straks een afspraak heeft met de arts. Met die patiën­ ten nemen ze dat gesprek al even door. Het lijken kleine dingen, maar juist dat soort zaken is heel belangrijk.” De Cliëntenraad is vanaf het begin nauw betrokken geweest bij de koerswijziging. Belangrijk, meent Reith. “Als Cliëntenraad kijken wij toch met een andere bril naar dit soort vraagstukken. Ik woon zelf in Uden, en spreek ook regelmatig mensen die in Bernhoven zijn behandeld. Dat helpt om een goed beeld te krijgen van hoe patiënten tegen de aangeboden zorg aankijken.” Ze hoopt dat Samen Beslissen de ko­men­­ de tijd landelijk nog veel meer aan­­dacht krijgt, want dat is in haar optiek nodig om de patiënt goed toe te rusten. “Ik zou het om die reden toejuichen als de cam­pagne ‘Betere zorg begint met een goed gesprek’ zich ook naar huisartsen uit­breidt, want dat is toch het eerste loket waar mensen binnenkomen. Daar begint een goed ge­ sprek dus al.”

30-09-16 14:10


Nieuws

LAD-trainingen in 2018 De afgelopen jaren volgden heel wat artsen en zorgprofes­ sionals de LAD-training ‘Beter in beeld’ en ook de n­ieuwe verdiepingstraining ‘Beter in onderhandelen’ kon dit jaar op veel belangstelling rekenen. Vanwege het succes worden beide trainingen in 2018 maar liefst vier keer aangeboden tegen een speciaal LAD-tarief. Inschrijven kan via de website van de LAD. Wees er snel bij, want de animo voor deze trainingen is groot.

Beter in beeld

Hoe krijgt u uw collega’s mee bij een voorstel om anders te roosteren? Hoe zorgt u dat uw raad van bestuur u bij stra­te­ gische beslissingen betrekt? Dat soort vraagstukken vormt de basis voor de training ‘Beter in beeld’, die de LAD al sinds 2013 samen met VvAA aanbiedt en die gemiddeld met een 8,5 wordt gewaardeerd. Tijdens de training leert u wat uw kernkwaliteiten zijn en hoe u die kunt inzetten om uw in­ vloeds­sfeer te vergroten in het contact met uw collega’s, patiënten en bestuurders. De training beslaat één dag, kost slechts € 295 en is interactief van opzet. In 2018 vindt de training plaats op de volgende vier data: 7 maart, 28 maart, 28 september en 3 oktober. De trainingen worden gegeven door Mascha de Ridder en Remco Heukels.

Beter in onderhandelen

Van leden die de afgelopen jaren ‘Beter in beeld’ hebben gevolgd, krijgen we regelmatig te horen dat ze behoefte hebben aan een verdiepingsslag: hoe maak je je punt met behoud van de relatie en hoe onderhandel je nou effectief? Daarover gaat de training ‘Beter in onderhandelen’, die VvAA als een logisch vervolg op ‘Beter in beeld’ ontwikkelde. U kunt de trainingen ook beide volgen. De training beslaat een dag en kost € 295 euro. Tijdens de training gaat u onder andere oefenen in rollenspellen. In 2018 vindt de training plaats op de volgende vier data: 19 april, 24 mei, 1 november en 14 november. De training wordt afwisselend gegeven door Remco Heukels of Desirée van den Broek.

Aanmelden

Interesse? Aanmelden kan via www.lad.nl. Op de homepage ziet u een verwijzing staan naar beide trainingen, zodat u het inschrijfformulier kunt invullen.

Drie tips Wat zijn de belangrijkste tips en valkuilen? Die vraag krijgen de trainers van ‘Beter in beeld’ en ‘Beter in onderhandelen’ regelmatig. Mascha de Ridder (een van de trainers van ‘Beter in beeld’) zette de drie belangrijkste op een rij: 1 Leer ‘nee’ zeggen “Nee zeggen tegen het een, betekent ja zeggen tegen het ander. Iemand die op een juiste manier nee leert zeggen is een serieuzere gesprekspartner dan iemand die op alles ja zegt. Met andere woor­ den: ja krijgt meer waarde als iemand ook in staat is nee te zeggen.” 2 Time je boodschap “Je kunt een prachtig onderbouwd verhaal hebben, maar als je merkt dat de raad van bestuur tijdens een gesprek eigenlijk andere prioriteiten heeft, komt je boodschap simpelweg niet aan. Voorbereiding is één, maar timing moet je in het moment vooral goed aanvoelen. Wees flexibel als het niet het mo­ ment is om je pleidooi te houden en neem zelf het initiatief een ander moment te prikken.” 3 Voeg een andere kleur toe “Ben je van nature aardig en vriendelijk, stop dan niet nog meer energie in je boodschap aardig en vrien­delijk overbrengen. Ben je van nature duidelijk en direct, waak er dan voor nog duidelijker en direc­ter te worden. Voeg liever een andere kleur toe. Wie van nature aardig, begripvol en vriendelijk is, kan dat bijvoorbeeld combineren met een duide­ lijk verhaal met een kop, romp en staart en heldere voorwaarden en verwachtingen. Voor wie van nature daadkrachtig en direct is, is het verstandig voldoende vragen te stellen, begrip te tonen voor weerstand en te accepteren dat belangrijke zaken tijd kosten.”

December 2017 | 7


Werk/privé

“De verpleeghuiszorg: méér dan alleen ouderen” Nog vóórdat hun boek uitkwam, konden ze hun drukker al opdracht geven voor een tweede druk. Aios ouderengeneeskunde Freya Angenent (links) en Lauke Bisschops hadden weliswaar gehoopt dat hun boek Het verpleeghuis is het einde! wat zou losmaken, maar dat de belang­stelling zo groot was, kwam ook voor hen als een verrassing. “Het bevestigt in onze ogen alleen maar hoe groot de behoefte is aan positief nieuws over de verpleeghuiszorg.” LAD magazine | 8


Tekst Marjolein Dekker Fotografie Johan Bergsma

Als de verpleeghuiszorg in het nieuws komt, is dat vrijwel altijd negatief, viel Freya Angenent en Lauke Bisschops op toen ze aan hun opleiding begonnen. Het beeld kwam niet overeen met hun eigen er­­varingen. “Natuurlijk weten we allemaal dat er te weinig handen aan het bed zijn en dat het beter kan, maar tijdens onze op­­leiding begon het ons al snel te irriteren dat de berichtgeving alleen maar negatief is”, vertelt Bisschops. “En niet alleen wij; ook bewoners waarmee we dagelijks te maken hebben”, vult Angenent aan. “Die voelen zich gekwetst en zeggen: kom maar eens met eigen ogen zien hoe het er hier aan toegaat.”

Realistischer beeld

Ze besloten dat het tijd werd voor een posi­­tief en bovenal realistischer beeld van de werke­lijkheid. Bisschops: “We wilden be­­woners laten vertellen hoe zij hun leven in een verpleeghuis ervaren. We hebben aan collega-aios gevraagd of ze in hun ver­­pleeg­huis bewoners wilden zoeken die wilden meewerken. Daar kwamen zoveel reacties op, dat we 40 bewoners en een aantal collega’s hun verhaal hebben laten vertel­len. Sommige bewoners hebben we geïnter­viewd; anderen hebben hun verhaal zelf of via een mantelzorger op papier ge­zet. Daar­door werd het project zo groot, dat ik een half­jaar onbetaald verlof heb ge­ nomen. Freya kon de invulling van het boek als keuze­stage doen.”

Veelzijdig

Het resultaat is een 240 pagina’s tellend boek dat een interessant inkijkje geeft in de verpleeghuiszorg. Opvallend is de veelzijdigheid van de bewoners. Niet alleen hoogbejaarden vertellen hun ver­haal, maar ook jongere mensen die bij­voor­ beeld vanwege dementie of de ziekte van Huntington in een verpleeghuis wonen. De jongste bewoner is 45; de oudste 100. “Daar­mee laten we zien dat een ver­pleeg­ huis méér is dan een huis voor ouderen”, zegt Angenent. Ze hopen met hun boek te bereiken dat mensen anders over het verpleeghuis

Freya Angenent (30) en Lauke Bisschops (35) zitten in het derde jaar van hun opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. Samen hebben ze het boek Het verpleeghuis is het einde! uitgebracht. De foto’s die voor het boek zijn gemaakt, zijn momenteel in diverse verpleeghuizen te zien. Kijk voor meer info op www.hetverpleeghuisisheteinde.nl.

gaan denken. “We hebben bewoners een stem gegeven, die aantoont dat het ver­ pleeghuis niet het allerergste is wat je kan overkomen; het is juist een plek die mensen het gevoel geeft dat ze weer ergens bij horen”, zegt Bisschops. “Het zou geweldig zijn als ons boek in de wacht­kamers bij huisartsen komt te liggen”, vervolgt Angenent, “maar we hopen bovenal dat de politiek en ver­pleeg­huizen iets leren van de tips van be­woners. Ze hebben mijn eigen beeld van het ver­pleeg­huis in ieder geval veranderd. Zo ver­telde een be­wo­ner hoe vervelend ze het vond dat al het per­so­ neel steeds binnen­loopt zonder te klop­pen. Ik had er nooit bij stil­ge­staan wat voor in­ breuk dat heeft op iemands privacy.”

Lach en een traan

Op de vraag welke bewoner de meeste in­druk heeft gemaakt, hoeft Bisschops niet lang na te denken. “Mijn oma. Ze staat op de cover van het boek. Het beeld van haar ge­zicht toen ik haar het eerste exemplaar liet zien, zal ik nooit vergeten. Maar los van dat moment is het meest waarde­volle dat ik haar beter heb leren ken­nen. Hoewel ik haar regelmatig bezoek, had ik haar nog nooit gevraagd hoe ze het eigenlijk vond in een verpleeghuis. En uit de verhalen van andere aios bleek dat ik daarin niet de enige ben. Dat zegt iets over de vanzelfsprekendheid waarmee we de verpleeghuiszorg benaderen.”

“Er zit veel humor in het verpleeghuis”

Angenent knikt. “Het mooiste vind ik dat het verhalen zijn geworden met een lach en een traan. Soms vertelden mensen heel ver­drietige dingen, maar vergis je niet: er zit ook ontzettend veel humor in het verpleeghuis.”

Bekend maakt bemind

Ze hopen met het boek ook hun vak be­ kender te maken bij geneeskunde­studen­ ten. Bisschops: “Zelf ben ik tijdens mijn

studie niet in aanraking gekomen met ouderengeneeskunde en heb ik eerst de opleiding tot SEH-arts gevolgd. Maar ik wist al heel snel dat het eigenlijk niet bij me paste. Ik vond het te vluchtig, miste het échte contact met patiënten.” Angenent heeft eerst wat andere spe­cia­­lis­­­ men uitgesloten voordat ze voor oude­ren­­­ genees­kunde koos. “Het is ge­woon niet het eerste waar je aan denkt en dat is zo jammer. Medisch gezien is ouderen­ge­ nees­kunde namelijk een com­plex vak. Je bent niet alleen huisarts, maar vaak ook medisch specialist. Je werkt zelf­standig, maar wel in teamverband. Als ik ver­tel wat ik doe, is dat voor veel aios met een ander specialisme vaak een eye­opener, zeker als ze horen hoeveel tijd ik aan mijn patiënten kan besteden.” Ze zou het toejuichen als ouderen­genees­ kunde een verplicht coschap wordt op alle faculteiten. “Als je naar de toekomst kijkt, is het niet houdbaar om iedereen tot zieken­­­ huisspecialist op te leiden. En zelfs al ga je voor het ziekenhuis, dan nog krijg je vroeg of laat met ouderen te maken. Dan is het goed dat je weet wat een specialist ouderen­­geneeskunde doet.”

Stoute schoenen

Hugo Borst en Carin Gaemers schreven het voorwoord in hun boek. Angenent: “Daar zijn we trots op. Hun kritische be­weging ‘Scherp op ouderenzorg’ en onze posi­tieve invalshoek vullen elkaar aan en dat kan helpen om een verandering in de ouderen­ zorg te realiseren. Bisschops: “We hebben de stoute schoenen aangetrokken en ze gevraagd, en dat is een beetje exem­­­pla­ risch voor onze aanpak. Zo zijn we eerst met uitgevers gaan praten, maar die had­ den een andere visie dan wij, dus besloten we het boek volledig in eigen be­heer uit te geven. Ik zie ons nog staan op de dag dat we ons als ondernemer in­schreven bij de Kamer van Koophandel. Dat ik dacht: durven wij dit echt?” Angenent: “Lang niet iedereen had ver­wacht dat wij dit zouden volbrengen. Dat het is gelukt, voelt als een kroon op ons werk.” December 2017 | 9


De technische mogelijkheden van eHealth bereiken razendsnel de spreekkamer. Wat doe je als een patiënt via Google of IBM een behandeladvies voorschotelt op basis van big data? Veel artsen hebben nog geen flauw idee wat dit soort innovaties voor het werk betekent. De Jonge Specialist vindt dat artsen goed voorbereid moeten zijn op hun toekomst. “Wij pleiten voor een innovatieprofiel als nieuw onderdeel in medische vervolgopleidingen”, aldus voorzitter Marjolein Kremers.

LAD magazine | 10


Achter het nieuws

Tekst Corrie Kooijman Foto Davy Sudiono

Opmars eHealth vereist extra vaardigheden Tijdens het Rode Hoed Symposium dat dit najaar plaatsvond voor onder meer be­leids­­bepalers in de zorg, pleitte De Jonge Spe­cia­list om een innovatieprofiel in de opleiding op te nemen. “De deelnemers her­ken­den dat dit een heel actueel onder­werp is”, geeft Kremers aan. “Zij zien veel ver­an­derin­gen op zich afkomen, en wil­­len er graag meer van afweten. Op dit mo­ment signaleren we een hiaat tussen technologische ont­wik­­ke­lingen en de prak­tijk. Het is van be­lang aios hierop goed voor te bereiden, want de wereld verandert snel. Als we de op­lei­ding zouden laten zoals hij nu is, en aios niet leren om te gaan met technolo­gische ontwikkelingen en eHealth, dan ben ik ervan overtuigd dat de medisch specia­lis­ten van de toe­komst steeds verrast zullen worden door ont­wik­ kelingen van buitenaf. Nu al ver­za­melen patiënten met behulp van apps medische gegevens en brengen die tijdens het ge­sprek in de spreekkamer in. Om die informatie te kunnen beoordelen, moet je wel weten waarop die is gebaseerd. Zonder de achter­­grond te kennen, kan je immers niet be­palen of de medische informatie ook waarde­vol is. We staan voor de vraag of we wel­licht anders dan nu wetenschap moeten be­ drijven. Maar hoe houd je be­lang­rijke ont­ wikkelingen bij en hoe pas je die toe? Heeft Google misschien zelf al plan­nen meer met big data te doen? Hoe kunnen we daar als beroepsgroep invloed op uit­oefenen? Genoeg vragen dus voor de komen­de tijd.”

Zorg verbeteren

De vraag is of, en ook wat je allemaal moet en kan met de huidige technologische ont­­wik­kelingen. “Eigenlijk is het de omge­keer­de wereld dat de technologie hierin sturend lijkt te zijn”, zo benadrukt Kremers. “Technologische ontwikkelingen moeten een antwoord geven op een ervaren pro­ bleem uit de praktijk, maar zijn geen doel

op zich. Innovaties zijn slechts een middel om zorg en werkwijzen steeds verder te verbeteren. De vernieuwingen kan je op­ delen in drie stromingen: op het vlak van diagnostiek, therapie en de organisatie van de zorg. Wat de zorgorganisatie betreft, kun je je afvragen wat de mogelijkheden zijn om effectief rekening te houden met de hedendaagse verwachtingen van de patiënt. Sluit dit nog aan op zijn alledaagse gewoonten? Hoewel dat misschien nog niet voor iedereen geldt, zijn veel mensen al gewend zelf zonder iemands tussenkomst een online hotelreservering te maken en daarbij te kiezen uit de mogelijkheden die het beste passen. Waarom zou je dan nog met een secretaresse moeten bellen voor een afspraak? Ook is het wel zo com­ fortabel voor een zwangere patiënt als ze niet dagelijks naar het ziekenhuis hoeft te komen om een hartfilmpje van de baby te laten maken, omdat dit gewoon thuis kan via een eHealth-oplossing. In enkele ziekenhuizen gebeurt dit ook al. En is het nu echt nodig dat iemand een dagdeel vrij moet nemen van zijn werk om in het zieken­huis een uitslag te horen? Of kan dat ook telefonisch, per e-mail of FaceTime gebeuren? Het lijkt er nu op dat iedereen het wiel probeert uit te vinden, terwijl we kennis en ervaringen op dit vlak moeten uit­wis­selen. Zodat we weten wat effectief is, maar ook risico’s kunnen uitsluiten met betrek­king tot gegevensuitwisseling. Als we meer meedenken met de behoeften van de patiënten, stralen we ook uit dat we een ziekenhuis zijn, dat niet alleen goede zorg wil bieden maar ook met zijn tijd en de behoeften van patiënten meegaat.”

“Aios stimuleren” Value Based Healthcare (VBHC): dat was het thema van de AIOS Upgrade, het jaarlijkse congres voor aios dat eind oktober plaatsvond. VBHC draait om het leveren van zorg die écht van toegevoegde waarde is voor de patiënt, terwijl je ook focust op het reduceren van de zorgkosten. Om dat te realiseren, is het com­bineren van de juiste data en met een andere focus naar de zorg kijken, ontzettend belang­rijk. En dus was innovatie bijna vanzelf de rode draad tijdens de dag. Ook voor het nomineren van de opleiders voor de titel ‘Opleider van het jaar’ werd gekeken in hoeverre opleiders innovatie stimuleren en handen en voeten geven. De prijs, die traditie­getrouw tijdens de AIOS Upgrade wordt uit­gereikt, ging uiteindelijk naar Michael van Balken, uroloog in het Rijnstate ziekenhuis. Balken is er groot voorstander van om aios hier­in te stimuleren, maar vindt niet dat iedere aios zich verplicht in innovatie moet verdiepen (“het moet geen corvee worden”). “De techno­lo­gische ontwik­ke­ lingen gaan snel, en ik merk dat dat veel aios intrigeert. Ik zie het als mijn taak om iemand de ruimte te bieden daar iets mee te doen. Maar uiteindelijk ben ik niet degene die iemands weg bepaalt. Dat doet de aios zelf. De taak van opleiders is om dat te faciliteren.”

Toekomstbestendig

Stilstaan is geen optie als je als arts toe­­­ komst­­­bestendig je werk wilt blijven doen. Dat betekent permanent ontwik­kelen ofwel een December 2017 | 11


leven lang leren. Kremers: “Een werk­­groep die onderdeel is van het Platform Toekomst & Innovatie van De Jonge Specia­list heeft onlangs de contouren voor een in­novatie­pro­ fiel ge­schetst. Behalve aan­­dacht voor tech­ no­logie, is omgaan met ver­­anderingen als belangrijke pijler be­noemd. Hoe initieer je verandering van­uit ervaringen in de dage­ lijkse praktijk en hoe zorg je voor draagvlak onder collega’s? Hoe ont­wik­­kel je adaptief vermogen om op die manier een leven lang leren en opti­maal functio­neren te borgen? Het draa­it niet zozeer om de veranderingen op zich. De wereld om ons heen verandert heel snel, dat is een gegeven. De focus ligt op een combinatie van evaluatie van moge­ lijk­heden die technologische innovatie ons biedt en hoe hiermee om te gaan in de praktijk.”

“Medisch specialisten moeten niet worden verrast” Volle opleiding

Voor De Jonge Specialist staat 2018 in het teken van de voorbereidingen om het innovatieprofiel in de opleiding op

te nemen. “We gaan hierin nauw samen­ werken met de Raad Opleiding van de Federatie Medisch Specialisten”, vertelt Kremers. “We hebben inmiddels een aantal gesprekken gevoerd en willen ook graag input vanuit de opleiders krij­gen. Daarnaast hebben we technisch ge­nees­­kundigen be­ trok­ken bij de werk­groep om hun ex­per­tise te delen. De komen­de tijd vinden inter­views plaats met opleiders en aios uit ver­schil­ len­de specialis­men om hun mening te peilen over wat zij graag in de opleiding wil­len zien als het gaat om technologische in­no­vatie. Daarnaast gaan we literatuur ver­­zamelen over dit thema en voeren we gesprekken met experts. Vervolgens zal er consensus bereikt moeten worden wat de inhoud van dit innovatieprofiel zou moeten zijn. We moeten wel constateren dat er al een volle opleiding is. Afgelopen jaren zijn er behalve medische onderwerpen ook com­petenties als samenwerking, orga­ni­ seren en maatschappelijk han­delen aan de opleiding toegevoegd. Het toevoegen van het innovatieprofiel brengt meer leer­stof met zich mee, in een opleiding die snel­ler doorlopen wordt, tegen een achter­grond dat er minder aios worden opgeleid. Dat

betekent een uitdaging om in de dagelijkse praktijk de ruimte te creëren voor het op­ leidings­plan dat nodig is, zodat aios zich veelzijdig ontwikkelen. Tegelijkertijd is dit profiel bedoeld voor aios die geïn­teres­ seerd zijn in innovatie, zodat ze kunnen kiezen dit of een ander profiel te volgen.”

Voortrekkersrol

Sommige aios zien de aantrekkingskracht en kansen van allerlei technologische ver­ nieuwingen en vervullen een voortrekkers­ rol. Niet iedereen kan alles weten. Uitwis­ seling binnen de verschillende net­werken is dus van belang. Dat gebeurt onder meer al in het Platform Toekomst & Inno­vatie van De Jonge Specialist, waar­in ook technisch geneeskundigen zitten. “We vinden het belangrijk dat het zieken­huis gebruikmaakt van de specifieke kwali­teiten van de be­ tref­­fende aios, zodat zij mee­denken en in­­­spraak hebben over toepassingen op de af­­deling. Op die ma­nier kunnen ze excel­ leren in hun werk en daad­werke­lijk van be­­tekenis zijn voor ver­beterin­gen op de afdeling of binnen het ziekenhuis.”

LAD: investeer in digivaardigheden De LAD juicht het pleidooi van De Jonge Specialist toe om vaardigheden rondom innovaties een plek te geven in de medisch specialistische vervolgopleiding. LAD-directeur Caroline van den Brekel: “De impact van eHealth en digitalisering in de zorg is enorm en dichterbij dan we denken. Wij herkennen het beeld dat nog lang niet alle artsen de impact van eHealth concreet ervaren, en er is ook angst voor schending van de privacy. Ik denk dat dit ook te maken heeft met de onbekendheid en dat is natuurlijk niet zo gek, omdat we simpelweg nog niet kunnen in­schat­ ten in hoeverre eHealth het dage­ lijk­se werk gaat beïnvloeden. We lezen er veel over en er gebeurt ontzettend veel, maar wat dat nou lad magazine LAD magazine| |10 12

concreet betekent voor het eigen werk, is niet altijd direct voelbaar. De ontwikkelingen worden wel steeds concreter. Neem de ontwikkeling onder de noe­mer Quantified Self, waarbij de patiënt steeds meer weet over zijn eigen gezondheid, door zelfmetingen met apps. Artsen zullen steeds meer te maken krijgen met patiënten die zelf hun hartritme bijhouden of die via een app een behandeladvies krijgen. Je zult dus iets moeten weten over de techniek erachter om er een zinnig woord over te zeggen. Datzelfde geldt voor robotica, dat een steeds grotere vlucht neemt. Vaak wordt gevreesd voor een opererende robot die chirurgen overbodig maakt, maar het gaat juist om ondersteunende

robotica, waardoor een chirurg bij­ voorbeeld nauwkeuriger of sneller bepaalde hande­lingen kan doen. Omdat innovatie in de zorg ook de kwaliteit van het werk van de arts kan vergroten, zien we graag dat artsen de mogelijkheden van eHealth be­nut­ten. We zien dit als ondersteunend, maar het zal nooit het persoonlijke contact tussen arts en de patiënt kun­nen vervangen. Het is wel nodig dat artsen zich ver­­diepen in de mogelijkheden van eHealth. We willen daarom dat ze de ruimte krijgen om de moge­lijk­ heden te ontdekken. Ook moet meer geïnvesteerd worden in de digi­vaar­ digheden om met eHealth om te gaan. Denk aan innovatiedagen of aan een innovatiebudget.”


#KoffievoordeCo Onlangs was ik namens het bestuur van stichting Dokters in Debat op bezoek bij een grote zorgverzekeraar. De topman die mij ontving, had alle schijn tegen: een blanke man van middelbare leeftijd met een prominente positie in de raad van bestuur, met een cv dat langer is dan een gemiddelde geriatrische ontslagbrief. Toch haalde hij, nog voor ons gesprek begon, eerst op zijn gemak voor alle aanwezigen versnaperingen bij de koffiebar.

Anna Verhulst rondde in 2016 haar studie geneeskunde af en is nu anios interne geneeskunde. In haar studenten­tijd was Verhulst onder andere actief als bestuurslid bij De Genees­kun­de­­student, als voorzitter van de werk­groep Studenten van het Platform Medisch Leiderschap en als lid van de redactieraad van Arts in Spe. Daarnaast schreef ze wekelijks columns voor Observant, de universiteitskrant van Maastricht, waarvan een selectie verscheen in de bundel Het is wit en staat in de weg.

Het is misschien een beetje vloeken in de kerk, maar als dokters kunnen wij nog wat leren van deze zorgverzekeraar. Onlangs werd op social media namelijk weer pijnlijk duidelijk dat er nog steeds ziekenhuizen zijn waar in de – formele of informele – taakomschrijving van de coassistent staat dat hij geacht wordt ’s ochtends koffie klaar te zetten voor de arts-assistenten en de broodjes voor het onderwijs op te halen. Blijkbaar vinden wij het als medische professie anno 2017 nog steeds lastig om de ingesleten hiërarchie van ons op­leidings­systeem aan te passen aan de gang van zaken in de 21ste eeuw. Gelukkig zijn er ook genoeg goede voorbeelden. Zelf ben ik trots op de vakgroep waar ik in werk. Al mijn supervisoren spreek ik aan met ‘je’ en hun voornaam en coassistenten zitten tijdens de overdracht bij ons op de eerste rij. Toch vervallen ook wij tijdens een assistenten-vergadering wel eens in oude patronen, wanneer we bespreken wie de kar met kroketten voor de vrijdagmiddaglunch moet ophalen en wegbrengen ... Ook per­ soon­lijk maak ik me er wel eens aan schuldig om tijdens een hectische werkdag mijn coas­sistent te vragen even snel een ontslagrecept uit de printer te halen of het lab te bellen voor een nabepaling. Wat dat betreft kunnen we allemaal nog wat leren. Maar waar het werkelijk om gaat, is natuurlijk niet de koffie of de broodjes. Het gaat om de indirecte boodschap die kleeft aan dat soort klusjes en de manier waarop ze worden afgedwongen. De

boodschap dat wanneer het ons als artsen zo uit­komt, de coassistent niet veel meer is dan een huis-elf in een witte jas. Dat is eeuwig zonde, een coassistent is veel meer dan iets wits dat in de weg staat. Deze aan­staan­ de zorgprofessionals hebben vaak meer ideeën en frisse inzichten in huis dan je zou denken. Durf de coassistent eens in te zetten om de gang van zaken op je poli te evalueren of jou als supervisor van feedback te voorzien. Een jonge collega op een volwaardige manier deel laten uitmaken van een zorgteam, is ook de beste manier om hem te enthou­siasmeren voor een vakgebied. Bovendien is het simpelweg vreselijk ouderwets om vast te houden aan hiërarchische systemen, waarvan allang bewezen is dat ze kwaliteit van veiligheid van zorg én opleiding niet ten goede komen. Durf dus het goede voorbeeld te geven aan de co­as­sis­ tent, die over een paar jaar ook op zijn beurt weer jonge collega’s op sleeptouw zal nemen. Tijd om de daad bij het woord te voegen. Jonge collega’s rotklusjes toeschuiven zoals koffie en broodjes halen, is simpelweg verspild potentieel. Er zijn gelukkig een hoop collega’s die dat wél inzien, maar blijkbaar zijn er nog wat goede voor­beelden nodig. Ik stel voor dat we onder de hashtag #KoffievoordeCo het eens een keertje omdraaien, en onze jonge collega’s in het zon­ netje zetten. De leukste foto of quote die onder de hashtag op social media verschijnt, nodig ik graag uit voor een kop koffie. Ik trakteer.

December 2017 | 13


Nieuwe AMS maakt weg vrij voor positionering Achter de discussie over de pensioenaftopping kan binnenkort definitief een punt worden gezet, als medisch specialisten instemmen met de nieuwe Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS). Daarmee is vanaf 1 januari 2018 – eindelijk – de weg vrij om de afspraken uit de AMS over gezond en veilig werken en positionering vorm te gaan geven. “Medisch specialisten en raden van bestuur moeten zij aan zij komen te staan”, aldus LAD-directeur Caroline van den Brekel.

Het heeft wat voeten in aarde gehad om het pensioenaftoppingshoofdstuk te sluiten. Het dossier begon drie jaar geleden, toen een nieuwe wet werd geïntroduceerd. Wie meer dan 100.000 euro bruto per jaar ver­ diende, kon vanaf 1 januari 2015 boven dat bedrag geen werkgeverspensioen meer op­­bouwen en werd dus ‘afgetopt’. Diverse werkgevers, waaronder algemene zieken­huizen en ggz-instellingen, gaven het werk­­­gevers­gedeelte van de pensioen­­ pre­mie boven de pensioen­aftoppingsgrens niet terug aan werknemers, en dat was volgens de LAD ‘not done’: werkgevers en werk­­ne­mers dragen immers samen bij aan pen­sioen, om de simpele reden dat pen­ sioen uit­gesteld loon is.

Uitwerking akkoord

In diverse zorgsectoren, zoals voor be­drijfs­ artsen en werknemers in umc’s en ge­han­ dicaptenzorginstellingen, werd al snel een oplossing bereikt en gaven werkgevers de vrijgevallen pensioenpremie terug aan werknemers. Na een intensief actietraject werd met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) in november vorig jaar ook een akkoord bereikt voor medisch LAD magazine | 14

spe­cialisten in algemene ziekenhuizen en revalidatie-instellingen in het zogeheten Principeakkoord Pensioenaftopping. “In dat akkoord spraken we af dat medisch specialisten 70 procent van de vrijgevallen werkgeverspensioenpremie terugkrijgen. Dat percentage kunnen ze ophogen tot 100 procent of meer door met hun raad van bestuur prestatieafspraken te maken”, vertelt Van den Brekel.

“Het wordt tijd dat we het vizier op de toekomst richten” Medisch specialisten stemden in met het akkoord, maar daarmee was het dossier nog niet afgerond. Begin 2017 gingen de LAD, de Federatie Medisch Specialisten en de NVZ met elkaar in gesprek om te praten over de uitwerking van het akkoord in de AMS. “Dat is een proces dat bij iedere cao tijd kost, zeker in dit traject. Natuurlijk stonden de 70 procent-teruggave en de ophoging daarvan niet ter discussie, want over die kaders was al overeenstemming bereikt. Het ging over de uitwerking van die kaders en dat was geen gemakkelijke

discussie. In het akkoord hadden we afgesproken dat de 70 procent naar het Budget Organisatorische Eenheid (BOE; het budget dat bijvoorbeeld voor vakgroepen is bedoeld) zou gaan, zodat medisch specia­ listen zelf konden beslissen hoe ze het geld onderling gingen verdelen. De NVZ vond dat de raad van bestuur daar ook in­vloed op moest hebben, maar dat was voor ons onbespreekbaar: dit geld behoort im­mers toe aan werknemers. Daarnaast waren er technische complicaties die een teruggave via het BOE lastig maakten.”

Terug naar de basis

Toen in de zomer nog geen overeenstem­ ming was bereikt, werd besloten tot een bestuurlijk overleg. Uiteindelijk leid­de dat tot de oplossing om de 70 procent-terug­ gave via het salaris te laten plaats­vinden. Van den Brekel: “We zijn daar blij mee, omdat het geld dan individueel terecht­ komt bij de werknemer die er recht op heeft. Bovendien sluit deze af­spraak beter aan op de afspraken in de Cao Zieken­­huizen. Naast de pensioen­aftop­pings­­­af­spraak hebben we eindelijk ook een beslis­­sing genomen over de Vari­flex (zie ook kader), zodat alle


Tekst Marjolein Dekker

Gewijzigde AMS

nog ‘openstaande’ punten in de AMS zijn be­slecht.”

De AMS die op 1 januari 2018 ingaat (mits leden ermee instemmen), is niet een geheel ‘nieuwe AMS’, maar een gewijzigde regeling waarin eerder gemaakte afspraken zijn uitgewerkt. In de vernieuwde AMS zijn de volgen­ de zaken geregeld.

Pensioenaftopping

“Je staat niet tegenover elkaar, maar hebt elkaar nodig” Op het moment dat dit magazine naar de drukker ging, liep het ledenraad­plegings­ proces voor de gewijzigde AMS nog. Van den Brekel hoopt dat de meerderheid in­stemt, zodat de nieuwe AMS op 1 januari 2018 kan ingaan en “we eindelijk toe­ komen aan waar het ons om te doen is in de AMS, namelijk: een situatie creëren waar­in medisch specialisten en de raad van bestuur samen aan het roer staan om afspraken te maken over de kwaliteit en kwantiteit van het zorgaanbod en inhoud te geven aan de afspraken over veilig en gezond werken. Deze ambities stonden al in de vorige AMS uit 2016, maar zijn door de pensioenaftoppingsdiscussie volledig op de achtergrond geraakt. Erg jammer, want wij, en ook de NVZ, geloven er nog steeds sterk in dat ziekenhuizen er baat bij hebben als medisch specialisten worden betrokken bij de organisatiekoers.

• Werknemers krijgen 70 procent van de vrijgevallen pensioenpremie terug via het salaris. De salarissen worden hiertoe met terugwerkende kracht per 1 januari 2017 structureel verhoogd. • Om de werkgeversbijdrage van 70 procent op te hogen tot 100 procent of meer, kunnen medisch specialisten in hun instelling afspraken maken met hun raad van bestuur, bijvoorbeeld over efficiency, zorgvernieuwing of patiëntgerichtheid. Het geld dat uit die afspraken voortkomt, gaat naar het BOE.

Variflex De Variflex (55plus-regeling) komt op 1 januari 2018 definitief te vervallen. Conform de afspraken uit de AMS (2014) zal de materiële waarde van de Variflex worden toegevoegd aan het instellings-BOE. Het budget voor de toekomst is hiermee vastgesteld. Medisch specialisten kunnen het BOE zelf aanwenden voor bijvoorbeeld levensfasebewust personeelsbeleid. Alle medisch specialisten die voor 1 juli 2014 aanspraak konden maken op de Variflexregeling behouden hun rechten.

Doorvertaling Cao Ziekenhuizen In mei 2017 is een akkoord bereikt voor een nieuwe Cao Ziekenhuizen. De ‘regel’ is dat AMS-partijen na een cao-akkoord met elkaar in overleg gaan om te bepalen welke afspraken worden doorvertaald naar de AMS. Afgesproken is dat de AMS de salarisverhogingen (in totaal 3,75 procent) en eenmalige uitkeringen uit de Cao Ziekenhuizen volgt. Daarnaast is voor een aantal immateriële afspraken aangesloten op de cao. December 2017 | 15


Aanknopingspunten in de AMS

Voor wie geldt de AMS?

Het ziekenhuislandschap is sterk in beweging. Minder complexe zorg wordt steeds meer in de thuissituatie aangeboden, complexe zorg wordt steeds meer geconcentreerd en zorgverzekeraars hebben een regiefunctie gekregen. “Al die ontwikkelingen vragen om een nog grotere betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van de medisch specialist in dienstverband bij de strategische koers van een zieken­huis”, staat letterlijk in de AMS.

De AMS is een arbeids­voor­waar­den­regeling die deel uitmaakt van de Cao Ziekenhuizen. De AMS geldt voor medisch specialisten in dienst­verband in algemene zieken­huizen en revalidatie-in­stellingen. Sommige zieken­huizen hebben ervoor gekozen de AMS ook toe te passen op aan medisch specialisten ge­lijkgestelde beroeps­beoefenaars, zoals klinisch chemici, klinisch fysici, SEH-artsen en zieken­huis­apothekers. Dat is echter een instel­lings­keus. Formeel vallen deze be­ roeps­groepen dus niet onder de AMS.

Om dat doel te bereiken, is in de AMS een Statuut voor medisch specialisten in dienstverband opgenomen, dat de afzonderlijke en gezamenlijke verantwoordelijkheid van de raad van bestuur en de medisch specialist regelt. De Organisatorische Eenheid (bijvoorbeeld een vakgroep) speelt daarbij een belangrijke rol: die is aan zet om afspraken te maken over de kwantiteit en kwaliteit van de zorg. Daarnaast kan in ieder ziekenhuis een Vereniging Medisch Specia­ listen in Dienstverband (VMSD) worden opgericht, die de belangen van alle medisch specialisten in dienstverband behartigt, en die bijvoorbeeld afspraken maakt over veilig en gezond werken, en onderhandelt over prestatieafspraken.

Het wordt dus tijd dat we dit traject achter ons laten en het vizier op de toekomst richten.”

Georganiseerd aan zet

Om medisch specialisten te helpen bij het pak­ken van hun nieuwe rol, zijn de Federatie en de LAD in de zomer het pro­ject ‘Medisch specialist in dienst­ver­ band ge­organi­seerd aan zet’ gestart. Doel is dat medisch specialisten in over­leg gaan met hun raad van bestuur, bij­voor­ beeld over de koers van het zieken­huis of onderhandelingen met de zorg­ver­zeke­ raar. Daarnaast is het van belang dat ze samen afspraken maken over een gezond en veilig werkklimaat. “De basis daarvoor ligt in de AMS”, vertelt Katrien Hendriks, beleidsadviseur bij de Federatie en project­ leider. “Die biedt voldoende aan­knopings­ punten om aan tafel te gaan met de raad van bestuur. Gelukkig ge­­beurt dat in veel ziekenhuizen ook al. Uit een enquête die we deze zomer hebben gehouden, blijkt dat de meeste specialisten zich heb­ben verenigd in een Vereniging Medisch Specia­ listen in Dienstverband (VMSD). 84 procent van de VMSD’s heeft een regulier overleg met de raad van bestuur.” LAD magazine | 16

Dat overleg verloopt nog niet overal op­ timaal. 29 procent van de VMSD’s heeft niet al­tijd het gevoel als een serieuze ge­spreks­­partner te worden gezien door de raad van bestuur en 62 procent wordt niet betrokken bij de onderhandelingen met de zorgverzekeraar. Hendriks: “Daar ligt dus nog ruimte voor verbetering, want uiteindelijk heb­ben de raad van be­stuur en medisch specia­listen een ge­deeld be­lang. Gelukkig zijn er al genoeg goede voor­beel­ den in zieken­huizen waar beslis­singen echt in samen­spraak worden genomen. We hopen dat die omslag de komende tijd overal wordt gemaakt.” Dat vraagt niet alleen wat van de raad van bestuur, maar ook van medisch specia­lis­ ten zelf, erkent Hendriks. “Wij proberen onze achterban te laten zien dat je goed voorbereid in gesprek moet gaan. Maak niet van ieder ding een apart punt, maar maak een agenda met onderwerpen waar je als medisch specialisten over wilt mee­ praten en van toegevoegde waarde kunt zijn, en denk ook na over de belangen van je raad van bestuur. Je staat niet tegenover elkaar, maar hebt elkaar nodig. Dat is een rol die voor sommige medisch specialisten nieuw is, maar hoe vaker je het doet, hoe

natuurlijker het gaat. En dan wordt het ook makkelijker om bijvoorbeeld afspraken te maken over zorgvernieuwing en patiënt­ gerichtheid, en om echt aan de slag te gaan met het thema veilig en gezond werken.”

VMSD-training

Om bestuurders van VMSD’s daarbij te helpen, bieden de LAD en Federatie sa­men met de Academie voor Medisch Specia­­ listen in 2018 de tweedaagse training ‘U én uw VMSD in positie’ aan. Daarbij wordt onder meer ingegaan op de zieken­ huis­financiering, besturen op niveau en onderhandelingsvaardigheden: drie be­lang­rijke elementen om goed beslagen ten ijs te komen. Daarnaast hebben de Federatie en de LAD diverse handreikingen ontwik­keld, die te vinden zijn op www.lad.nl via de pagina ‘Thema’s’, en op www. demedischspecialist.nl/vmsd. “We hopen dat we medisch specialisten via dit project de ingrediënten bieden die ze nodig heb­ ben om in positie te komen binnen hun zieken­huis. Met de gewijzigde AMS is er geen enkele belemmering meer om dat te bereiken”, besluit Van den Brekel.


Hans Bonestaak* is orthopeed en meldt zich ziek vanwege spannings- en vermoeidheids­ klachten, die worden veroorzaakt door een conflict op zijn werk. De bedrijfsarts oppert om over te gaan op mediation, maar Bonestaak vraagt zich af hoe dat in zijn werk gaat. Hij zoekt contact met het Kennis- en DienstverleningsCentrum (KDC) van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD.

Mediation: hoe gaat het in zijn werk? Bonestaak is al een paar weken over­ver­ moeid. Hij slaapt ’s nachts niet en voelt zich tijdens zijn werk onder druk staan. Nadat hij zich ziekmeldt, heeft hij een gesprek met de bedrijfsarts. Die con­sta­ teert dat een conflict met de zakelijk leider van de vakgroep over de taken en be­voegd­ heden van Bonestaak ten grond­slag ligt aan zijn klachten. De bedrijfs­arts denkt dat mediation uitkomst kan bieden.

vertrouwen heeft in de persoon in kwes­tie. “Zowel een werknemer als werk­­gever kan een mediatior aan­dragen, maar beide par­ tijen moeten zich erin kunnen vinden. Zelf werken wij samen met Mediationformedics.nl, een landelijk netwerk met on­af­h ankel­ijke en professionele mediators, die gespecia­ liseerd zijn in de gezond­heids­zorg. Wij verwijzen regelmatig naar hen door.”

­­ Meerwaarde mediation

Omdat Bonestaak geen ervaring heeft met mediation en hij niet weet wat er van hem wordt verwacht, neemt hij contact op het met het KDC, dat ook in dit soort situaties advies geeft. Arbeidsjurist Annemarie Ludwig vertelt Bonestaak wat mediation inhoudt en gaat ook in op zijn positie. “Mediation is een methode die regelmatig wordt toegepast in conflictsituaties. De meerwaarde is dat je samen naar een oplossing zoekt. Een onafhankelijk media­tor zorgt ervoor dat beide partijen kun­nen vertellen wat hen dwarszit, en dat ieders behoeften zorgvuldig worden afgewogen. In de meeste gevallen ver­ dient het zowel voor de werknemer als werk­gever aanbeveling om mee te werken aan mediation (omdat anders het beeld ontstaat dat je niet meewerkt aan je reintegratie) en dat adviseerde ik de heer Bonestaak in dit geval ook.” Ludwig geeft Bonestaak mee er goed op te letten dat de mediator goed gekwalificeerd is volgens de normen van het MfN-register (Mediatiorsfederatie Nederland) en dat hij > LAD.NL Vragen over uw contract of over een arbeids­geschil? Neem contact op met de juristen van het Kennis- en DienstverleningsCentrum. U kunt ons bereiken via 030 670 27 02 of kijk voor meer informatie op de website van de LAD: www.lad.nl.

Tips van arbeidsjurist Annemarie Ludwig • Als u instemt met mediation, is het belangrijk dat u zich kunt vinden in de mediator die wordt gekozen. Het slagen van een mediationsessie staat en valt met het vertrouwen dat de mediator bij beide partijen geniet. • Zorg er tijdens het ondertekenen van een mediationovereenkomst voor dat de inhoud van de ge­ sprek­ken mag worden gedeeld met de behandelend jurist van het KDC, zodat wij u van advies kunnen voor­zien als er voorstellen worden gedaan die gevolgen hebben voor uw arbeidsrechtelijke positie.

Geheimhouding

Mediation begint meestal met het onder­ tekenen van een mediationovereenkomst, waarbij onder meer wordt afgesproken dat alles wat wordt besproken onder ge­­heim­­ houding valt. Belangrijk, meent Ludwig, want als je vrijuit kunt praten, bereik je ge­ makkelijker een oplossing dan wan­neer je het gevoel hebt dat alles wat je zegt tegen je kan worden gebruikt. “Wij advise­ren wel altijd om af te spreken dat de in­houd van de gesprekken gedeeld mag worden met de behandelend jurist van het KDC, zodat overleg en advisering over het proces mo­ ge­­lijk blijft.” Dit laatste kan van groot belang zijn, be­ na­drukt ze. “Soms worden voorstellen ge­­daan met verstrekkende gevolgen voor de arbeidsrechtelijke positie van de mede­ werker. Het is belangrijk om dan goed geïn­ formeerd te zijn over deze ge­volgen, zodat de medewerker achter het uit­ein­de­lijke resul­taat kan staan.”

Duidelijkheid

Als mediation niet slaagt, zal het KDC in overleg met de betreffende arts de verdere aanpak bepalen. In een enkel geval wordt ervoor gekozen te procederen, waarbij het KDC ondersteuning kan bieden. In het geval van Bonestaak komt het gelukkig niet zover. Hij stemt in met mediation met een MfN-geregistreerde mediator. De sessies worden afgesloten met een overeenkomst, waarin staat vermeld wat de taken en bevoegd­­heden van Bonestaak zijn. “Dit bracht beide partijen duidelijkheid en rust”, zegt Ludwig. Het KDC toetste de over­­­een­komst juridisch, zodat Bonestaak er wel­­overwogen een handtekening onder kon zetten. * Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief i.v.m. de privacy van de cliënt.

December 2017 | 17


Bureau in beeld

Wegens succes geprolongeerd … Dit jaar boden we voor het eerst de training ‘Beter in onder­handelen’ aan; een logisch ver­volg op de training ‘Beter in beeld’, die al vier achter­een­volgende jaren in ons trainings­aanbod zit. Na afloop kregen we positieve re­acties, en de officiële evaluatie die ik deze week ontving, be­ves­tig­de dat beeld: ‘Beter in onder­han­delen’ kreeg net zo’n hoge waardering als ‘Beter in beeld’. Het klinkt wat pedant als ik zeg dat ik niet anders had ver­wacht, maar stiekem is dat wel zo. En dat ligt niet aan de ma­­nier waarop we de training met VvAA hebben opgezet, nee: het zegt alles over de zaken waar u als arts of zorg­pro­­fes­­ sional tegenaan loopt en over de be­wust­ wording om daar iets mee te doen. We krijgen regelmatig vragen van leden die worden ‘overvallen’ door nieuwe werk­ roosters, die niet worden betrokken bij strategische beslissingen, of die niet worden gehoord bij het uit­stippelen van de koers van hun afdeling. Precies daar spelen beide trainingen op in. Want hoe zorg je nou dat je ‘in beeld’ bent bij de beslissers in jouw in­stelling? En hoe kun je constructief invloed uit­ oefenen, zodat je colle­ga’s mee krijgt of zelfs je raad van bestuur weet te over­­ tuigen van een standpunt? Onze in­steek is om onze leden daar hand­­vatten voor te bieden, zodat artsen en zorg­pro­fes­ sionals zelf de regie houden. De nieuwe training over onderhandelen gaat nog een stapje verder en zoomt in op het spel van geven en nemen, van mee­­bewegen tot stellig je punt maken. Leerzaam én leuk, want het raakt de kern van wat wij als LAD zelf doen aan cao-­tafels. Een van de deelnemers trok na afloop van de training misschien wel

LAD magazine | 18

Aios-dag huisartsgeneeskunde

De LAD en VvAA organiseren op zaterdag 13 januari de jaarlijkse informatiedag voor aios huisartsgeneeskunde. Doel is aios voor te bereiden op hun loop­ baan als huisarts: wil je aan de slag in dienstverband, ga je je eerst oriënteren als waarnemer of ga je voor een eigen praktijk? En hoe zorg je voor een goede balans tussen werk en privé? Om aios daarbij te helpen, kunnen ze een breed palet aan workshops volgen, waar­onder PPA (Persoonlijke Profiel Analyse), Waarnemen, Eigen praktijk, Dienst­ver­ band en Timemanagement. Geïnteres­seerd? Meld je dan aan op www.vvaa.nl/aios-dag. Wees er snel bij, want het aantal plaatsen is beperkt. Deel­name kost € 29,50 als je je voor 1 januari inschrijft. De aios-dag vindt plaats bij VvAA en duurt van 09.30 16.30 uur.

LAD @LADactueel de belangrijkste les van onderhandelen: je in de ander verplaatsen. Ze was ge­ frus­­­treerd dat het maar niet lukte haar ar­gu­­­­­men­ten voor het voetlicht te brengen bij de zakelijk leider van haar vak­groep, tot­dat ze zich realiseerde dat ze al­leen maar bezig was met het maken van haar eigen punt, in plaats van zich te ver­plaat­ sen in de ander: wat beweegt hem, waar zitten de gedeelde belangen? Als het lukt dat inzichtelijk te krijgen, dan biedt dat vaak de opening voor een goed onder­ hande­lingsresultaat. Nieuwsgierig geworden? Vanwege de grote belangstelling bieden we beide trainingen in 2018 opnieuw aan, op maar liefst vier data. U kunt alleen ‘Beter in beeld’ volgen, maar kunt er ook voor kiezen zich voor beide trainingen aan te melden, zodat u ze chronologisch (wel­ licht met één of twee maanden ertussen) kunt volgen. Op pagina 7 vindt u meer informatie en aanmelden kan via onze homepage: www.lad.nl. Caroline van den Brekel directeur

LAD @LADactueel Trainers @mascha_deridder & @remheukels verzorgden gisteren weer de succesvolle training ‘Beter in beeld’ voor 10 LAD-leden. Dank aan @VvAA! Anna Verhulst @ALJVerhulst Deelnemers @doktersindebat discussiëren: wat gebruiken zorgprofessionals vooral als instrument in een debat? 13% Ethos (reputatie), 25% Pathos (gevoel), 62% Logos (inhoud) De Jonge Specialist @jongespecialist Schitterende dag in Zwolle bij de #aiosup­ grade­2017, waar @MRvanBalken de Opleidingsprijs 2017 won! Lees meer op onze website.

Colofon Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 32.150) Redactieadres Janssoniuslaan 34-36 (vanaf 1 januari: Mercatorlaan 1200), Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon (030) 670 27 27 (vanaf 1 januari 088 13 44 100), E-mail: redactie@lad.nl Redactie Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker en Corrie Kooijman Redactiecommissie Joeri Arkink (apotheker), Wouter Blox (aios longziekten), Edwin Duijzer (geneeskundestudent), Jelke Hagen (anios psychiatrie) en Anne Lisa Wolf (klinisch fysicus in opleiding) Columnist Anna Verhulst (anios interne geneeskunde) Illustraties Ronald Slabbers Vormgeving Member Since Druk Centrum Drukwerk ISSN-nummer 2213-9923


Arbeidsvoorwaardenbeleid 2018 De ledenraad van de LAD heeft het Ar­beids­­ zorginstelling wordt verstevigd, zodat ze voor­waarden­beleid voor 2018 vast­­­­ge­steld, worden betrokken bij strategische beslis­ singen en ook tijd krijgen zich hiermee dat de basis vormt voor cao-onder­­­han­de­­bezig te houden. Daarnaast is gezond lingen. Het Arbeids­voor­waar­­­­den­­beleid en veilig werken van groot belang, en zal bevat focuspunten die de drie speer­­pun­ de LAD zich onder andere inzetten voor ten van de LAD raken: goede ar­beids­­­voor­­ het bestrijden van psychische en fysieke waarden, veilige en gezonde ar­beids­om­ werkdruk. Als het gaat om de arbeids­ stan­dig­heden en een arbeids­markt met markt, wil de LAD dat de instroom in de pers­pectief. studie geneeskunde wordt beperkt en dat Als het gaat om primaire arbeids­voor­ de instroom van basis­artsen in ‘onbe­ waarden, gaat de LAD uit van een looneis van 3 procent, pleit ze voor een vergoeding kende’ en ‘onbeminde’ op­leidingen wordt bevorderd. voor gemaakte beroepskosten en voor een stagevergoeding en volledige reis­ Meer weten? Het Arbeidsvoorwaarden­ kosten­vergoeding voor coassistenten. Bij arbeidsomstandigheden vindt de LAD het beleid is te vinden op www.lad.nl via essentieel dat de positie van artsen in hun Publicaties.

LAD vanaf 1 januari in Domus Medica

De LAD gaat binnenkort verhuizen. Vanaf 1 januari 2018 zijn we niet meer aan de Janssoniuslaan in Utrecht gevestigd, maar verhuizen we naar de Domus Medica aan de Mercatorlaan. Ons kantoor bevindt zich straks op de vijfde etage. Naast ons adres veranderen ook de LAD-telefoonnummers.

Nieuwe adresgegevens:

Bezoekadres: Mercatorlaan 1200, 3528 BL Utrecht Algemeen telefoonnummer: 088 13 44 100 Kennis- en DienstverleningsCentrum: 088 13 44 112

In getal

Van alle werknemers die

nachtdiensten draaien, werkt 12,9%

10% minder aios

in de zorg

opgeleid dan in 2016

13.000 basisartsen

(bron: Gezondheidsraad)

(bron: Capaciteitsorgaan)

(bron: Capaciteitsorgaan)

Dit jaar worden

43%

Als we niets doen aan de instroom in de studie geneeskunde, is er in 2037 een opleidingsreservoir van

Patiënten beoordelen de ziekenhuiszorg na een

fusie

94%

van alle zorgverleners heeft ervaring met kritieke situaties veroorzaakt door falende ICT-voorzieningen

lager dan voor de fusie

van de medisch specialisten en aios vindt dat administratieve lasten het werkplezier verminderen

(bron: Ictivity)

(bron: ZorgkaartNederland/IG&H Consulting & Interim)

(bron: FMS en VvAA)

gemiddeld met een

0,5 punt

Het ministerie van VWS organiseert van

In het 3e kwartaal van 2017 waren er

20-26 januari 2018

839 vacatures

weer een eHealthweek

voor psychiaters

(bron: https://ehealthweek.net)

(bron: Arbeidsmarktmonitor)

December 2017 | 19


Maak werk van jezelf met GRIP De online zelfcoaching tool voor zorgprofessionals

GRIP biedt meer energie en balans, door:  persoonlijke ontwikkeling op basis van de positieve psychologie  direct inzicht in je eigen mentale batterij met de startmeting  het uitstippelen van je eigen ontwikkelpad  keuze en inspiratie uit relevante ontwikkelmodules  tussentijdse metingen van je energiebronnen en stressoren  wetenschappelijke onderbouwing vanuit het Job Demands - Resources (JD-R) model  de mogelijkheid samen met je team duurzaam inzetbaar te blijven

Ben jij toe aan GRIP? Test het zelf: vvaa.nl/grip


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.