LAD-magazine, september 2023

Page 1

# 43 - September 2023

Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)

Kansen Artificial Intelligence

Froukje Verdam pleit voor cultuurverandering

Zorg op de politieke agenda

Zorg: hoe blijft

Magazine
het houdbaar?

Op 22 november vinden de Tweede Kamerverkiezingen plaats. Spannend met het oog op de uitdagingen waar Nederland voor staat, maar ook spannend gezien de ‘wisseling van de wacht’ bij veel politieke partijen. Klimaatverandering, de stikstofdiscussie, de woningmarkt en het asieldossier spelen ongetwijfeld een belangrijke rol in aanloop naar deze verkiezingen. Ik zou politici willen vragen daarnaast oog te hebben voor de zorg. Ook dáár liggen namelijk nogal wat uitdagingen die we niet op de lange baan kunnen schuiven.

Tijdens ons jubileumcongres op 14 juni maakte zorginnovatiestrateeg Lucien Engelen in één klap duidelijk waarom de zorg zo hoog op de politieke agenda moet: de zorgvraag verdubbelt de komende jaren vanwege de vergrijzing terwijl we met minder zorgprofessionals zijn. Het kan ongetwijfeld nog een beetje sneller en goedkoper, maar daar redden we het niet mee. Als we op dezelfde voet verder gaan, schiet ons zorgstelsel simpelweg op slot – vergelijkbaar met wat er in de eerste coronagolf gebeurde, maar dan permanent. In het interview in dit nummer (zie pagina 4 tot en met 6) vertelt Lucien daar meer over.

Doorgaan op dezelfde voet gaat dus niet. De zorgvraag overstijgt nu al het aanbod en de personeelstekorten zijn in veel instellingen dagelijks voelbaar – zowel voor zorgmedewerkers als patiënten. Als we willen dat ons zorgstelsel toegankelijk, goed en betaalbaar blijft, moeten we het dus anders organiseren met z’n allen. In mijn ogen betekent dit dat de politiek keuzes moet maken: welke zorg kan worden blijven geleverd?

En, onvermijdelijk: welke niet? Welke zorg kunnen we op een andere manier organiseren en hoe dan? Geen makkelijke vragen, maar we kunnen het ons niet veroorloven deze discussie te parkeren.

Voordat ik iedereen de put in praat, is er gelukkig ook goed nieuws. Ze zeggen wel eens dat onder druk de mooiste dingen ontstaan en dat is precies wat ik op dit moment om me heen zie: artsen en andere zorgprofessionals die samen hun schouders eronder zetten om een verandering in gang te zetten. Zo las ik deze week over de uitreiking van De Zorg Laten Werken Award; een prijs die slimme oplossingen stimuleert. En wat te denken van de Zin in Zorg beweging, die hard groeiende is en haar horizon intussen heeft verbreed naar alle zorgprofessionals die zich samen hard willen maken voor een cultuurverandering.

Dat soort initiatieven, die teruggaan naar de vraag hoe we ons mooie vak zo goed en slim mogelijk organiseren en hoe we de cultuur van ‘blijven rennen’ kunnen ombuigen, hebben we keihard nodig. KNO­arts Froukje Verdam, die naast Lucien Engelen ook sprak tijdens ons congres op 14 juni, riep LAD­leden niet voor niets op zelf de regie te pakken om de gewenste verandering te realiseren. “Artsen hebben veel meer autonomie dan ze vaak denken, maar dan moeten ze wel opstaan en buiten de lijntjes durven te kleuren”, aldus Froukje (zie ook het interview met haar op pagina 10 en 11).

Ik kan haar oproep alleen maar van harte onderschrijven.

Suzanne Booij, voorzitter LAD

Druk Centrum DrukwerkISSN-nummer 2213-9923

Columnist Inoek Koopmans (aios interne geneeskunde) Illustraties Ronald Slabbers Fotografie Ivar Pel Ontwerp Member Since

(oplage 37.250)

Redactieadres Mercatorlaan 1200, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon 088 13 44 100, E-mail: redactie@lad.nl

Colofon: Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie.

LAD magazine | 2
Redactie Caroline van den Brekel, Marjolein Dekker, Corrie Kooijman en Lucie Pelzer. Met medewerking van Heleen de Boer en Lyanneke Krauss Voorwoord
Buiten de lijntjes

De komende jaren verdubbelt de zorgvraag terwijl de schaarste op de arbeidsmarkt toeneemt. De zorg staat daarmee voor een flinke uitdaging, maar er wordt nog onvoldoende op geanticipeerd, vindt zorginnovatiestrateeg Lucien Engelen.

Kansen Artificial Intelligence

De ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence (AI) gaan hard en doen in rap tempo hun intrede in de zorg. Waar liggen kansen en wat zijn de risico’s? We vroegen het drie artsen.

Gezond en veilig werken

De vakgroep Neurologie van het Flevoziekenhuis meldde zich vorig jaar aan voor het project Gezond en veilig werken van de LAD. Negen neurologen werken aan een lagere werkdruk en meer inspraak. “De onderlinge verbinding binnen de vakgroep is gegroeid”, zegt neuroloog Leroy ten Dam.

7

Doktersbrein

Dokter én ineens ook patiënt: columnist Inoek Koopmans ondervindt het tijdens haar zwangerschap. Haar doktersbrein neemt een loopje.

14

Rooster: 38+10?

Een aios klinische chemie wordt regelmatig ingeroosterd voor 48 uur per week (38 betaalde uren + 10 opleidingsuren). Klopt dat wel?

15

Veerkracht

Werk/privé

Ze is een groot pleitbezorger van een cultuurverandering in de zorg. “We doen dingen ‘omdat ze zo horen’, maar je hoeft je als arts geen hamster in een rad te voelen. Ik ben ervan overtuigd dat we onze autonomie kunnen herpakken. Maar dan moeten we wel opstaan en een voorbeeldrol innemen”, aldus KNOarts Froukje Verdam.

Zorg op politieke agenda

Minder regeldruk, extra budget voor goede arbeidsvoorwaarden en een passend antwoord vinden over de zorg van de toekomst: die onderwerpen staan op het wensenlijstje van de LAD voor een nieuw kabinet.

18

In ’t kort

Taco Kuijpers is kinderarts en verwondert zich regelmatig over de veerkracht van kinderen. “Ze laten zich niet tegenhouden door hun ziekte.”

Lees de column van Caroline van den Brekel, het laatste nieuws over evenementen, LAD­trainingen en andere activiteiten.

September 2023 | 3 Inhoud
“Het begint bij bestuurlijke daadkracht”
10
“ We moeten een voorbeeldrol innemen”
“Ik vergelijk het wel eens met het klimaatprobleem. We weten dat er iets moet gebeuren, maar de daadkracht ontbreekt om er ook naar te handelen.”
Podium

“Innovatie in de zorg vraagt om een open blik”

Oplossingen vinden voor bestaande uitdagingen in de zorg, dat is waar Lucien Engelen warm voor loopt. Engelen is als strateeg verbonden aan onder andere het Laurentius Ziekenhuis in Roermond, Deloitte en Vodafone én is daarnaast CEO van Transform Health. Op 14 juni was hij keynote spreker op het startcongres van het jubileumjaar van de LAD. “Een open blik is essentieel om de uitdagingen in de zorg het hoofd te bieden.”

Je hebt een bedrijfsmatige achtergrond en geen medische opleiding. Toch bekleed je een strategische positie in de zorg en behoor je tot de top 100 van belangrijkste influencers op LinkedIn. Hoe is dat zo gekomen?

“Ik kom uit een ondernemersnest. Mijn ouders hadden een uitvaartonderneming, een autobedrijf en ze runden een ambulancedienst.

Binnen die ambulancedienst heb ik zelf jarenlang ‘op de auto’ gezeten en ik ben er directeur geweest. In die rol was ik landelijk betrokken bij de professionalisering van de ambulancedienst. Na mijn overstap naar het Radboudumc heb ik het Regionaal Overleg Acute Zorgketen (ROAZ) in de Traumaregio Oost opgezet en was ik verantwoordelijk voor het Mobiel Medisch Team. In de volksmond noemen we dat ook wel de traumahelikopter. In het Radboudumc kwam ik steeds meer aan de kant van innovatie terecht en stuurde ik twaalf jaar lang de door mij opgerichte innovatieafdeling aan. Je zou dus kunnen zeggen dat ik een ervarings­

deskundige ben. Bovendien vind ik het leuk om verbindingen te leggen en mensen met elkaar in contact te brengen. Ik vind het belangrijk dat we innovaties inzetten om bestaande problemen op te lossen. En als je ziet wat er allemaal op ons af komt in de zorg, is dat hard nodig.”

Welke uitdagingen staan ons te wachten?

“De meest voor de hand liggende uitdaging is natuurlijk de verdubbeling van de zorgvraag in combinatie met de schaarste op de arbeidsmarkt. Wist je dat de instroom van studenten bij verpleegkundeopleidingen dit jaar is gedaald met 20 procent? Dat vind ik zorgwekkend. Wat veel mensen niet beseffen, is dat we ook te maken hebben met een chronisch gebrek aan geld voor de zorg. Het is er simpelweg niet. Een andere uitdaging is dat we wel de urgentie zien van de problemen, maar er niet op anticiperen. Ik vergelijk het wel eens met het klimaatprobleem. We weten dat er iets moet gebeuren, maar de daadkracht ontbreekt

om er ook naar te handelen. Ik ben bang dat de situatie waarin we ons bevonden tijdens de piek van de coronapandemie in de toekomst wel eens de nieuwe standaard kan worden.”

Je vindt dat we misschien tot wel 30 procent uit het bestaande zorgmodel moeten halen en dit anders moeten organiseren. Innovatie kan daarbij een belangrijke rol spelen. Aan wat voor innovaties moeten we dan denken?

“Waar het om gaat is dat we uitzoeken hoe technologie de zorgprofessional kan ondersteunen en het werkplezier kan terugbrengen.

Tot nu toe hebben we gezien dat automatiseringsprocessen vaak tot een hogere administratielast leiden. Dat moet echt anders. Je kunt technologie bijvoorbeeld heel goed inzetten voor en na een afspraak met de arts. In het Laurentius Ziekenhuis hebben we nu een ‘zelfmeetkiosk’ staan waarmee een patiënt zelf zijn gewicht, lengte, bloeddruk, temperatuur en saturatie kan meten. Deze gegevens worden vervolgens automatisch ingeladen in het elektronisch patiëntendossier, zonder dat daar een zorgmedewerker aan te pas komt. Ook bij de nacontrole kan digitalisering een rol spelen. Veel patiënten vinden een controle niet nodig omdat zij zich prima voelen. Je kan er ook voor kiezen alle patiënten een paar dagen voor hun afspraak een appje te sturen met de vraag hoe zij zich voelen en of ze de afspraak

LAD magazine | 4
Tekst Lyanneke Krauss Foto Ivar Pel

met de arts willen laten doorgaan. Dat scheelt een hoop mensen op het spreekuur, zodat de arts zich kan concentreren op de patiënten bij wie het wèl nodig is dat zij op het spreekuur verschijnen. Daarnaast is het belangrijk dat we innovaties inzetten aan de voorkant van het zorgproces. Ik zeg wel eens dat de zorg een loodgietersprobleem heeft: we repareren lekkende leidingen, vullen de gaatjes in de muur waar het water uit komt, maar niemand draait de hoofdkraan in de kelder dicht. Daarom moeten we meer inzetten op preventie in de breedste zin van het woord. Ik heb het dan niet alleen over leefstijl, maar ook over het vroegtijdig opsporen van ziektes. Daar kan technologie ons bij helpen.

Denk aan een smartwatch die je hartslag en je bloeddruk meet en je een seintje geeft als over een langere periode bepaalde afwijkingen zijn gevonden. Door dit soort informatie kunnen we bepaalde aandoeningen in een vroeg stadium behandelen en erger voorkomen. Dat bespaart tijd en geld.”

Je geeft aan dat innovatie vaak van buiten de zorg komt en niet vanuit de zorg zelf. Hoe komt dat?

“Ik denk dat het komt omdat zorgprofessionals er simpelweg geen tijd voor hebben, het water staat hen aan de lippen. Of ze worden te weinig uitgedaagd. Nu is het ook niet zo dat iedere arts zich met innovatie hóeft bezig te houden.

LAD 75 jaar

Het kan al helpen als er binnen een afdeling of maatschap één persoon is die nieuwe ontwikkelingen en innovaties volgt en de rest van het team daarin meeneemt.

Wat ook helpt, is het hebben van een open blik. Ik zie in de praktijk te vaak dat mensen zich richten op wat allemaal niet kan en mag. Maar het gaat er juist om wat wèl mogelijk is. Je moet bedenken dat het straks als onethisch kan worden beschouwd wanneer een nieuwe techniek niet wordt ingezet, terwijl deze het ‘probleem’ had kunnen voorkomen of verminderen, of zelfs het leven van een patiënt had kunnen redden. In Amerika is de eerste rechtszaak al gestart en ik vrees dat het niet lang meer duurt voordat zoiets ook hier gebeurt.”

Meld je aan voor de vervolgbijeenkomsten

De LAD viert in 2023 haar 75-jarig jubileum. Via een reeks bijeenkomsten gaan we met onze leden in gesprek over de thema’s innovatie, leiderschap en cultuur. Je kunt je nog aanmelden voor de regiobijeenkomsten (woensdagavond 4 oktober: Zwolle; woensdagavond 24 januari 2024: Eindhoven).

Tijdens de regiobijeenkomsten gaan de sprekers die op 14 juni een TED-talk hielden, de diepte in. Op woensdagmiddag 17 april volgend jaar presenteren we alle bevindingen tijdens een slotcongres in Amersfoort. Meer informatie vind je op www.lad.nl/lad-75-jaar

September 2023 | 5

We zitten midden in de vierde industriële revolutie waarbij we steeds meer data aan elkaar verbinden. Je spreekt ook wel over ‘data als medicijn’. Wat bedoel je daarmee?

“Als het gaat om gezondheid en ziekte kunnen data een voorspellende waarde hebben, mits je er genoeg van hebt en je ze op de juiste manier met elkaar verbindt. Deze kennis leidt ertoe dat we mensen eerder en beter kunnen behandelen. Daarom ben ik zelf een groot voorstander van de European Health Data Space (EHDS). Dit is een voorstel van de Europese Commissie voor een verordening die het mogelijk maakt om snel en makkelijk medische gegevens te kunnen uitwisselen binnen Nederland en de Europese Unie. Mensen krijgen daarmee controle en zeggenschap over de toegang en het gebruik van hun elektronische gezondheidsgegevens voor de levering van zorg.

Daarnaast kunnen de data worden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek, innovatie, en beleidsvorming.”

Je gaf net aan dat mensen de neiging hebben zich te focussen op wat er niet kan in plaats van wel. Vaak gaat het dan over privacy. Vind je die zorgen terecht? “Eigenlijk niet. Mensen roepen vaak dat iets niet mag volgens de privacywetgeving, maar als ik vraag waar dat precies staat, kunnen ze het niet terugvinden. Mensen praten elkaar vaak na én privacywetgeving lijkt een verdienmodel te zijn geworden. Terwijl de AVG juist bedoeld was om het veilig delen van data mogelijk te maken. Er mag meer dan mensen denken. Er heerst ook angst dat grote bedrijven en verzekeraars straks alles over ons weten, maar ik denk dat bedrijven zoals Apple daar helemaal niet in geïnteresseerd zijn.

Kan ik bij- en nascholingskosten voor herregistratie declareren?

Die vraag werd gesteld door kno-arts Remco. Een van onze juristen legt uit dat in veel cao’s een budget voor beroepskosten is geregeld. Remco werkt in een umc en valt onder de werkingssfeer van de Cao UMC. In deze cao is zo’n budget expliciet opgenomen voor medisch specialisten. Dat betekent dat Remco de kosten voor het congres dat hij binnenkort volgt, kan declareren bij zijn werkgever.

Juridische vragen? Bel: 088 - 134 41 12

Die willen gewoon telefoons en horloges verkopen. Bovendien kun je daar met elkaar ook harde afspraken over maken.”

Wat is er nodig om innovaties in de zorg van de grond te krijgen?

“Het begint bij bestuurlijke daadkracht. En we moeten af van al die pilots. Als op één afdeling van een ziekenhuis een pilot succesvol is afgerond, hoef je die pilot niet nog eens te herhalen op alle andere afdelingen. Ik ben daarom een groot voorstander van een implementatietest: als iets werkt, rol je het verder uit. Tot slot hoop ik dat iedereen ervan doordrongen raakt dat we echt aan de bak moeten. Als de zorg niet meegaat in alle technische en digitale ontwikkelingen, komt alles straks stil te staan. Dan nemen commerciële partijen, die het wel doen en kunnen, het van ons over.”

LAD magazine | 6
Advertentie ­
Het Kennis- en dienstverleningscentrum is een samenwerking tussen de Federatie Medisch Specialisten en de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband. Wij geven juridisch advies aan medisch specialisten en andere artsen en zorgprofessionals.
“ Het is als met het klimaat: we weten dat er iets moet gebeuren, maar de daadkracht ontbreekt om ernaar te handelen.”

Inoek Koopmans (29) rondde in augustus 2019 haar opleiding geneeskunde af. Toen ze haar diploma op zak had, wist ze niet direct welke kant ze op wilde. Ze ging in gesprek met dokters binnen en buiten het ziekenhuis over de keuzes die zij hebben gemaakt.

Intussen is ze erachter wat ze het liefste wil: internist worden! Ze werkt sinds 1 april 2022 als aios interne geneeskunde in het Isala ziekenhuis. Over de zoektocht naar haar droombaan schrijft ze blogs op haar website doktersdiehetandersdoen.nl Je kunt haar ook volgen op Instagram via @doktersdiehetandersdoen.

De patiënt met een doktersbrein

Zwanger zijn is fantastisch. Je maakt live mee waarom je op de middelbare school aan de lippen van de biologieleraar hing en voor de studie geneeskunde koos: de fysiologie van het magische en intrigerende menselijk lichaam. Maar ook het falen van dat menselijk lichaam, de pathofysiologie, is bere­interessant. Althans, voor dokters dan. Het is onze taak om altijd aan de engste aandoeningen te denken bij een scala aan klachten, want die wil je immers niet missen. Deze enge aandoeningen moet je vervolgens met kennis, ervaring en eventueel aanvullend onderzoek meer of minder waarschijnlijk maken. Maar hoe kan je stoppen met denken aan die ‘enge’ diagnose(s) als je zelf patiënt bent?

Het belletje van de doktersassistente over de uitslag van mijn urine, die ik had ingeleverd met de vraag of ik een blaasontsteking had, bracht me behoorlijk van mijn stuk. “Je hebt geen blaasontsteking, maar wel 2+ eiwit in je urine.” Shit! Ik heb proteïnurie en ben 29 weken zwanger, dit is niet goed! Mijn doktersbrein had direct een waarschijnlijkheidsdiagnose gesteld: pre­eclampsie. De doktersassistente gaf aan dat ik de verloskundige dezelfde middag nog moest bellen. Toen ik dat deed, gaf ze aan diezelfde middag bij mij thuis langs te komen. Ik opperde nog dat ik na mijn werk ook wel naar de praktijk kon komen, maar dat leek haar niet handig. Liever een controle op korte termijn aan huis, ze moest immers toch in mijn woonplaats zijn. Mijn paniek groeide, hoe kon dit nou? Ik voelde me hartstikke fit, en was toch jong en gezond, ik had een normaal BMI, sportte

voldoende en at gezond. En ja, ik wist heus wel dat dat geen garanties zijn, dat je er niets aan kunt doen als je pre­eclampsie krijgt en trouwens, dat de diagnose nog niet eens gesteld was, maar daar ging ik voor het gemak snel aan voorbij. Inmiddels had ik al uitgerekend wanneer ik 37 weken zwanger zou zijn, want ik las dat het kindje dan werd gehaald. Als ze het tenminste zo lang zouden kunnen rekken.

Na het lezen van alle richtlijnen had ik inmiddels ook een hoge bloeddruk

Na thuiskomst ging ik aan de slag als een echte internist in spe, ik zocht betrouwbare bronnen over de mogelijke diagnose(n) en las alle richtlijnen. De differentiaaldiagnose met een waarschijnlijkheidsdiagnose werd gemaakt. Ondertussen had ik, na het lezen van die richtlijnen, ook een hoge bloeddruk en dus stuurde de verloskundige me naar het ziekenhuis. Mijn ziekenhuis. Waar ik vanmiddag nog met lichte paniek en een brok in mijn keel was vertrokken na dat beruchte telefoontje. Nu was ik even geen dokter, maar patiënt.

In het ziekenhuis bleek mijn bloeddruk alweer genormaliseerd en na een uurtje wachten op de laben urine­uitslagen bleken ook die helemaal goed. De diagnose: een fout positieve urinestick uitslag. Oftewel: niets aan de hand. Jammer dat ik even vergeten was om dat in mijn differentiaaldiagnose te zetten.

September 2023 | 7 Column

Optimale zorg mogelijk zonder innovatie?

De ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence (AI) gaan hard en doen in rap tempo hun intrede in de zorg. Tijdens het LAD-congres op 14 juni poneerde internationaal spreker en innovatiedeskundige Nancy Rademaker de stelling dat optimale zorg niet mogelijk is zonder innovatie. Hoe kijken artsen daar tegenaan? Welke kansen en bedreigingen biedt AI? En hoe kunnen zorgprofessionals technologie omarmen? We vroegen het drie artsen.

LAD magazine | 8
Podium

Mike Sjer

gepensioneerd vaatchirurg:

Artificial Intelligence kan prachtige dingen doen, vooral omdat het ons kan ondersteunen bij bijvoorbeeld administratieve taken. De administratieve rompslomp heeft niet direct invloed op de zorgkwaliteit. Door het gesprek tussen dokter en patiënt op te nemen met behulp van een computersysteem dat het patiëntendossier bijhoudt, kan de arts worden ontlast, zodat hij zich kan focussen op de patiënt die voor hem zit. Ik ben gecharmeerd van AI­oplossingen die patiënten het gevoel geven van goede zorgkwaliteit te worden voorzien. En natuurlijk, ze moeten het verslag altijd nog controleren, maar daarna kan het verslag onder andere worden gebruikt voor het opstellen van een huisartsenbrief. Dat scheelt tijd en gedoe en is bijzonder waardevol voor het verbeteren van de kwaliteit van zorg aan patiënten.

Bij het implementeren van nieuwe technologieën moeten we wel alert zijn op uitdagingen. Zo moeten ziekenhuizen en systemen op elkaar worden afgestemd en systemen worden gevalideerd. Daarnaast is het belangrijk zorgprofessionals te betrekken bij de invoering en hen goed op te leiden. Zij moeten kritisch blijven en niet klakkeloos alles overnemen. De mens blijft de bestuurder en is dus eindverantwoordelijk. Regelmatige evaluatie is belangrijk om te zien of de vernieuwing daadwerkelijk ontlast en bijdraagt aan kwalitatief betere zorg.

Als innovator kijk ik vol verwachting naar de toekomst. Ik geloof dat AI ons de komende jaren veel nieuwe ontwikkelingen zal brengen. Door zorgprofessionals, technologie en zorgvuldige evaluaties samen te brengen, kunnen we zorgkwaliteit blijven verbeteren en ons werk verlichten. Dus laten we slim gebruikmaken van innovatie en technologie, maar wel zelf de piloot blijven.”

Jessica Workum

intensivist, klinisch farmacoloog ETZ en digitaal specialist AI:

Naast intensivist ben ik werkzaam als medisch AI­consultant bij Pacmed. In die functie richt ik me op de harmonisatie tussen de medische en technische wereld, zodat AI­modellen aansluiten op de denkwijze van artsen. AI maakt in een korte tijd enorme sprongen, vooral in de zorgsector. Zo zullen wij in het Elisabeth­TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) binnenkort een groot taalmodel, vergelijkbaar met ChatGPT, in ons EPD implementeren. Ondanks de inzet van AI­modellen blijft de arts altijd eindverantwoordelijk voor medische beslissingen. Daarom is het cruciaal dat enerzijds artsen meer kennis hebben over deze technologie (AI literacy). Wij zullen in het ETZ daarom het hele ziekenhuis scholen in de basisbegrippen. Anderzijds is het net zo belangrijk dat AIontwikkelaars investeren in het inzichtelijk maken van de voorspellingen (AI explainability). Als medisch AI­consultant verbind ik de aspecten van het denkproces van artsen, AImodellen en hun onderlinge relatie. De zorg in Nederland is al van zeer hoge kwaliteit. Daarom zou ik nu niet zozeer willen focussen op AI­modellen die bijvoorbeeld 1 procent betere diagnoses stellen, maar juist op die modellen die ons helpen onze aandacht en middelen efficiënter te benutten. De integratie van grote taalmodellen biedt veelbelovende mogelijkheden. Taalmodellen kunnen helpen de administratieve last te verlichten. Denk bijvoorbeeld aan het automatisch genereren van ontslagbrieven. De mogelijkheden worden eindeloos als we deze taalmodellen combineren met medischwetenschappelijke informatie en patiëntgegevens. Zo kunnen we letterlijk vragen wat de beste therapie is voor een specifieke patiënt. Hoewel er nog uitdagingen zijn qua wet­ en regelgeving, lijkt deze toekomst nabij. Het zijn spannende tijden om arts te zijn!”

Daan Vermeulen

aios infectieziektebestrijding, arts M+G bij GGD regio Utrecht:

Ik zie een tweedeling in hoe artsen omgaan met Artificial Intelligence. Sommigen omarmen het enthousiast en gebruiken het als een waardevol hulpmiddel, terwijl anderen het als iets beangstigends beschouwen. Als arts die zich richt op de publieke gezondheid geloof ik sterk in de potentie van AI om ons te helpen en ondersteunen, vooral bij infectieziektebestrijding zoals we zagen tijdens de coronapandemie. Artsen probeerden constant verbanden te leggen tussen verschillende infecties en probeerden de ernst ervan zoveel mogelijk in kaart te brengen. Hoe geweldig zou het zijn als een AI­model binnenkort deze taak op zich kan nemen en ons kan helpen beter te anticiperen op bijvoorbeeld het optreden van de mazelen?

Onlangs las ik een artikel waarin stond dat AI zelfs beter dan radiologen voorspellingen kan maken bij borstkanker. Dat klinkt absurd en natuurlijk blijft het essentieel dat er altijd een radioloog nodig is om dat te controleren, maar we moeten de kansen die AI biedt niet onderschatten. Tegelijkertijd moeten we ook voorzichtig en kritisch zijn. Daarbij is het van cruciaal belang om AI­systemen goed te trainen en in te richten, zodat ze bijvoorbeeld alleen betrouwbare informatiebronnen gebruiken. Hoewel AI in staat is enorme hoeveelheden data te verwerken en sneller te handelen dan een mens, zal het nooit de plaats innemen van het persoonlijke contact tussen artsen en patiënten. We moeten de technologie zien als een ondersteunend hulpmiddel, met name voor monotone taken zoals het afvinken van declaraties. Menselijk inzicht en zorgzaamheid zijn onvervangbaar door slimme technologie.”

September 2023 | 9
Tekst Lucie Pelzer Illustratie Ronald Slabbers

Froukje Verdam:

We moeten onze autonomie herpakken

LAD magazine | 10
Tekst Marjolein Dekker Foto Ivar Pel

Ze is een groot pleitbezorger van een cultuurverandering in de zorg. “We hebben aangeleerd gekregen dat bepaalde dingen zo horen, maar je hoeft je als arts geen hamster in een rad te voelen. Ik ben ervan overtuigd dat we onze autonomie kunnen herpakken. Maar dan moeten we wel opstaan en een voorbeeldrol innemen”, aldus KNO-arts Froukje Verdam.

Ze is één van de sprekers tijdens de bijeenkomstenreeks die de LAD organiseert over de toekomst van de zorg. Een van de thema’s is de hoge werkdruk die de komende jaren verder zal toenemen terwijl er minder zorgmedewerkers zijn. Om zorgprofessionals aan boord te houden en de jongere generatie te inspireren, is cultuurverandering volgens Verdam essentieel. “We moeten zelf het initiatief nemen om de zorg anders en beter te organiseren. Artsen zijn in de positie om dat ook echt te doen – daar ben ik van overtuigd. Dat begint bij onszelf, dat we weten waar we naar toe willen, en goed voor onszelf en ook voor elkaar zorgen. Leiderschap nemen is belangrijker dan ooit.” Tijdens het startcongres op 14 juni liet ze doorschemeren dat ze zelfontwikkeling van huis uit heeft meegekregen. “Mijn moeder was huisarts en mijn vader arbeidspsycholoog. Zij leerden me dat het belangrijk is jezelf te ontplooien.” Op haar 22ste volgde ze al trainingen in persoonlijke ontwikkeling, rond diezelfde tijd verwonderde ze zich als coassistent over de werkcultuur. “Op de ene afdeling was het hiërarchisch; op de andere werd meer gekeken naar wat juist jij voor individuele bijdrage kon leveren. Ik ben daar gevoelig voor en zag hoe bepalend dat kan zijn voor je werkplezier.”

Damesvoetbal

In haar laatste jaar geneeskunde organiseerde ze met andere studenten een symposium over sportgeneeskunde. “Toen werd me gevraagd of ik als arts mee wilde met het nationale damesvoetbalelftal ‘under 19’. Ik had zelf nooit gevoetbald, maar heb wel een passie voor sport, en het leek me ontzettend leuk.”

Die periode wakkerde haar interesse voor cultuur aan. “In de topsport staat de cultuur in het teken van samen als team optimaal presteren. Voorafgaand aan een wedstrijd bespraken we

met de meiden: hoe gaat het écht met je, waar ben je bang voor, hoe kunnen we het beste in je naar boven halen? Als je valt, wie helpt je opstaan, en wie vervangt je? Ik nam het in me op als een spons. Later vroeg ik me af: waarom doen wij dit als arts niet? Hoe mooi zou het zijn als we voorafgaand aan een operatie ons team bevragen: hoe zit je erbij, welke kritieke momenten voorzien we, wat hebben we nodig om samen het beste resultaat te bereiken? En hoe helpen we een collega, als die valt, weer overeind?”

Voorbeeldrol

“In het grotere geheel geldt: ben je regisseur of toeschouwer? Artsen zijn kritisch en weten heel goed wat er in deze tijd niet (meer) lukt. We moeten dat niet alleen aankaarten, maar ook opstaan en initiatief nemen. Onze cirkel van invloed vergroten. Denk aan ‘de jonge klaren problematiek’. Of als wordt gesuggereerd dat burn­out een individueel probleem zou zijn, terwijl allang is aangetoond dat het systeem en de werkcultuur de grootste risicofactoren zijn. Wij hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid als het gaat om bejegening, betrokkenheid, autonomie en onszelf en elkaar gezond houden. Ik sta bijvoorbeeld vierkant achter de huisartsen die in het Integraal Zorgakkoord pleiten voor meer tijd met de patiënt. Er écht zijn voor een patiënt kost namelijk tijd. En wat vaak wordt vergeten, is dat écht de tijd nemen uiteindelijk tijd scheelt.”

Buiten de lijntjes

Ze was 33 toen ze in opleiding ging tot KNOarts. “Ik heb een lange aanloopperiode gehad – ook omdat ik opging in het werken op de spoedeisende hulp en het promoveren. Ik koos voor KNO vanwege de variatie; ik zie een dwarsdoorsnede van de maatschappij, van baby tot bejaarde, met milde tot ernstige aandoeningen. En het chirurgische aspect vind ik heerlijk; ik werk graag met m’n handen.” Volgens Verdam leer je al vroeg in je opleiding om dingen te doen ‘omdat dat nou eenmaal zo hoort’. Daar is ze wars van. “We hebben veel meer autonomie dan we denken, als we tenminste buiten de lijntjes durven te kleuren. Dat geldt zowel op politiek niveau als ook op de dagelijkse werkvloer.” Ze geeft een alledaags voorbeeld: “Als ik een slecht nieuws­gesprek heb, leg ik mijn telefoon bij mijn assistente. In de korte tijd die we dan hebben, wil ik er écht voor mijn patiënt(en) zijn. Als ik mijn telefoon wel bij me heb en word gebeld, vraag ik mijn patiënt gemeend: ‘Vindt u het goed dat ik opneem?’ Ik wil dat mijn patiënten voelen dat ze zeggenschap hebben, dat neem ik serieus.”

Zelf probeert ze die tijd en aandacht iedere dag bewust te creëren. “Ik ben te vroeg op mijn werk, omdat ik daar wil ‘landen’. ’s Avonds probeer ik te reflecteren: waar voel ik me voldaan over, wat wil ik morgen anders doen?”

Ze lacht. “En uiteindelijk ben ik ook maar een mens, hoor. Ik heb net een verbouwing van twee jaar achter de rug en in een schuur gewoond. Werk en privé combineren was best een uitdaging en het lukte me echt niet altijd om ook nog te sporten, te mediteren of gezellig bij te praten met vrienden.”

Tot in mijn tenen

Op basis van haar ‘persoonlijke reis’ schreef Verdam haar boeken. “Een belangrijk inspirerend moment was mijn ontmoeting met de Dalai Lama op een congres in 2012. Hij vertelde over zijn visie op een betere wereld. Toen ik hem vroeg hoe wij als artsen kunnen bijdragen, zei hij: ‘The most pivotal thing is that you as doctors take care of yourself first, just as well as you wish to take care of your patients.’ Daar was ik zó van onder de indruk. Goed voor jezelf en elkaar zorgen ligt aan de basis van goede patiëntenzorg – dat voel ik tot in m’n tenen.”

September 2023 | 11
“Je hebt meer autonomie dan je denkt.”
Werk/privé
Froukje Verdam (43) studeerde geneeskunde in Groningen en promoveerde op de afdeling heelkunde in het Maastricht UMC+. Daarna ging ze in opleiding tot KNO-arts en werkt sinds 2020 in het BovenIJ Ziekenhuis. Verdam is coach, trainer, en auteur van twee boeken over persoonlijk leiderschap, veerkracht en werkplezier: Zelfzorg voor de jonge dokter (2020) en Zelfzorg voor de huisarts (2023) met Danka Stuijver. Ze woont met haar partner en bonusdochter in Amsterdam.

Zet de zorg bovenaan de politieke agenda

Nu het kabinet is gevallen, liggen sommige dossiers politiek stil. De partijen die betrokken zijn bij het Integraal Zorgakkoord (IZA) hebben het kabinet en de Kamer opgeroepen de afspraken uit dit en andere zorgakkoorden vooral te laten doorgaan. Ook de LAD vindt dat de zorg bovenaan de politieke agenda moet staan en een centrale plaats verdient in verkiezingsdebatten. Het huidige zorgstelsel is niet toekomstbestendig met het oog op alle uitdagingen die op de zorg afkomen.

De belangrijkste reden dat ons zorgstelsel niet meer houdbaar is, is niet alleen geld maar ook menskracht. Demografisch gezien zit er een piek in de bevolkingsopbouw van mensen die nu allemaal richting pensioen gaan of dat al zijn. Er komen dus steeds meer ouderen bij. En die ouderen worden ook nog eens steeds ouder: het effect van de zogeheten ‘dubbele vergrijzing’. Hoe ouder mensen worden, hoe meer gezondheidsproblemen ze ook krijgen, vaak meerdere aandoeningen tegelijk. Met een groeiende groep steeds ouder wordende mensen zal de zorgvraag de komende vijftien jaar exponentieel stijgen terwijl het aantal mensen dat die zorg kan leveren eerder kleiner wordt of op z’n best gelijk blijft. Het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) voorziet in 2032 een tekort van 137.000 zorgprofessionals. Daarbij is al rekening gehouden met nieuw beleid vanuit bijvoorbeeld IZA, anders zou het tekort uitkomen op 155.000. Die tekorten zijn nu voelbaar. Eind 2022 stonden er ruim 50.000 vacatures open in de sector zorg en welzijn.

Toekomstbestendige arbeidsmarkt

Om deze uitdaging het hoofd te bieden, is het ministerie van VWS het programma TAZ gestart: Toekomstbestendige Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn. Brancheorganisaties, vakbonden, zorgverzekeraars, zorgkantoren, opleiders en andere betrokkenen bedenken in zeven kerngroepen interventies voor de korte of middellange termijn. Het gaat

over onderwerpen als innovatie, regionale samenwerking, ‘bekwaam is inzetbaar’ en een leven lang ontwikkelen. Verminderen van regeldruk is op papier ook een onderwerp, maar qua prioriteitsstelling naar achteren geschoven. Volgens de LAD is dit een gemiste kans, omdat juist daar de quick wins zitten. Eerdere ‘schrapsessies’ leverden weinig resultaat op, maar de urgentie om mensen vrij te spelen voor zorgtaken in plaats van administratie is nu vele malen groter. Als meer wordt gewerkt vanuit vertrouwen in zorgprofessionals kan een deel van de controle en verantwoording achterwege blijven. Als we daarnaast eindelijk vaart maken met één elektronisch medisch dossier, is hier veel zorgtijd te winnen. Ook moeten we goed kijken hoe slimme systemen zorgprofessionals kunnen ondersteunen, zoals verslagen die via Artificial Intelligence worden gemaakt en direct aan het dossier worden gekoppeld.

Aantrekkelijke sector

Een belangrijke randvoorwaarde om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden, is behoud van personeel en het aantrekken van nieuwe mensen. Daarvoor moet de zorg een aantrekkelijke sector zijn en blijven om in te werken. Dat vraagt allereerst dat zorgprofessionals gezond, veilig en met plezier hun werk kunnen doen. De toenemende aandacht voor zeggenschap, persoonlijke ontwikkeling, een betere werk­privébalans en het tegengaan van agressie en ongewenst

gedrag is belangrijk. Het is zaak de veelal mooie woorden uit beleidstukken om te zetten in daadwerkelijke verbeteringen. En juist de zorgprofessionals zelf moeten daarover meebeslissen.

Goede arbeidsvoorwaarden

Een tweede vereiste om zorgprofessionals aan te trekken en behouden zijn goede arbeidsvoorwaarden. Bijvoorbeeld meer tijd en geld voor ontwikkel­ en doorgroeimogelijkheden, meer invloed op werktijden en werkroosters, maar ook een loon dat in elk geval meegroeit met de inflatie. En dat de concurrentie aankan met de beloning in andere sectoren. De middelste loongroepen in de zorg, zoals verpleegkundigen, lopen tot wel 7,5 procent achter in beloning vergeleken met de markt, maar ook 5 procent in vergelijking met andere collectieve sectoren. Het huidige (demissionaire) kabinet weigerde dit probleem op te lossen en gooide het op de cao­tafel. Daar werden afspraken gemaakt om de lonen van middengroepen harder te laten stijgen dan die van andere loongroepen. Omdat er geen extra geld van de overheid kwam, leverden met name hogere loongroepen (waaronder artsen) koopkracht in, terwijl er voor de middengroepen nog steeds onvoldoende financiële middelen waren om de achterstand op de markt in te lopen. Daarmee is voor alle groepen het resultaat onbevredigend en blijft het risico bestaan dat werknemers uit de middengroepen overstappen naar een

LAD magazine | 12
Tekst Heleen de Boer

andere sector. De LAD vindt dan ook dat dit probleem zo snel mogelijk van de cao­tafel af moet en weer terug moet waar het hoort: bij de overheid.

Betrek zorgprofessionals

Ook met goede arbeidsvoorwaarden, behoud van personeel en het afschaffen van onnodige regels zullen er in de toekomst echter nog steeds te weinig zorgmedewerkers zijn om de explosief groeiende zorgvraag op te vangen. Dit betekent dat de zorg anders moet worden georganiseerd: meer digitaal en voor een groter deel buiten de instellingen, dus bij mensen thuis, de huisarts of misschien zelfs op school, op het werk of bijvoorbeeld bij de drogist. Maar automatisering en een andere manier van werken lukken alleen als zorgprofessionals achter die veranderingen staan. Daarom vindt de LAD het belangrijk dat zorgprofessionals worden betrokken bij de gesprekken die hierover worden gevoerd en beslissingen die worden genomen. Zowel binnen instellingen als op regionaal en nationaal niveau. En uiteindelijk zullen er keuzes moeten worden gemaakt over de vraag welke zorg wel en niet kan worden geleverd. Wat de LAD betreft neemt het volgende kabinet het initiatief tot een maatschappelijke dialoog, waarbij we als samenleving nadenken welke zorg we in de toekomst kunnen en willen leveren. Zorgprofessionals zijn daarin – net als overigens patiëntenverenigingen – een onmisbare partij. w

Wensen LAD voor nieuw kabinet

De zorg verandert snel, ook door de krappe arbeidsmarkt. De LAD ziet de volgende punten graag geregeld door een nieuw kabinet:

1 Schrap per direct een groot aantal verplichtingen (regels) voor verantwoording en controle vanuit overheid en zorgverzekeraars en voer één elektronisch medisch dossier in, zodat zorgprofessionals meer tijd hebben voor zorg. Werk vanuit vertrouwen in zorgprofessionals en niet vanuit controledrang.

2 Trek extra budget uit voor het inlopen van de loonkloof van middengroepen in de zorgsector zodat de cao-onderhandelingen weer kunnen gaan over normale loonontwikkeling en andere belangrijke zaken als werkdruk en een leven lang ontwikkelen.

3 Initieer een maatschappelijke dialoog over de zorg van de toekomst en betrek zorgprofessionals daarbij.

September 2023 | 13

38+10: geldt dat voor alle aios?

Mehmet Bennani* is aios klinische chemie in een algemeen ziekenhuis. Net als zijn collega-artsen in opleiding tot medisch specialist wordt hij regelmatig voor 48 uur ingeroosterd. Hij krijgt voor 38 uur betaald; de overige 10 uur zijn niet-betaalde opleidingsuren. Bennani heeft zich nooit afgevraagd of dat wel klopt, totdat hij van aios klinische chemie uit een ander ziekenhuis hoort dat zij voor minder uren worden ingeroosterd. Hij neemt contact op met het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en de LAD.

Tips van Hanneke de Kruijff

• De 38+10 bepaling geldt alleen voor aios in opleiding tot medisch specialist of profielarts in algemene ziekenhuizen. Ben jij dat niet of ben je anios? Dan mag je niet volgens deze constructie worden ingeroosterd.

• In de nieuwe Cao Ziekenhuizen is afgesproken dat aios niet structureel voor 38+10 uur mogen worden ingeroosterd, met andere woorden: je mag voor 48 uur worden ingeroosterd, maar het is niet de bedoeling dat dit standaard iedere werkweek gebeurt. Is dit in jouw ziekenhuis wel het geval? Neem dan contact met ons op.

• Als LAD-lid kan je gratis je arbeidscontract en rooster bij ons laten checken. Maak daar gebruik van. We weten welke cao of welke andere regels op jou van toepassing zijn en kunnen je contract en rooster daarop toetsen.

Bij een aios­functie wordt ervan uitgegaan dat je maximaal tien uur in de week aan het werk bent voor je opleiding. Deze uren worden volgens de Cao Ziekenhuizen niet uitbetaald. Aios kunnen dus voor maximaal 48 uur worden ingeroosterd, maar krijgen voor 38 uur betaald. Bennani is in 2022 met zijn opleiding begonnen en komt in contact met Hanneke de Kruijff, juridisch medewerker bij het Kennis­ en dienstverleningscentrum. Zij bevestigt dat de normatieve werkweek van 38+10 uur inderdaad geldt voor aios – maar dan alleen voor artsen in opleiding tot medisch specialist of profielarts. “Aios hebben volgens de Cao Ziekenhuizen een arbeidsduur van 1983 uur per jaar (gemiddeld 38 uur per week). Ze mogen inclusief de onbetaalde opleidingsuren voor maximaal 48 uur worden ingeroosterd”, vertelt De Kruijff. “Deze 38+10­constructie geldt echter alleen voor aios die onder de regels van het College Geneeskundige Specialismen (CGS) en de Registratie Geneeskundig Specialisten (RGS) van de KNMG vallen. De bepaling is dus niet van toepassing op aios klinische chemie, en ook niet op aios klinische fysica en aios ziekenhuisfarmacie: zij hebben een eigen opleidingscollege en registratiecommissie.”

Wat zegt de cao?

De Kruijff vertelt Bennani dat de standaard arbeidsduur in de Cao Ziekenhuizen 36 uur

per week is. Deze mag worden opgehoogd tot maximaal 40 uur per week. Bennani heeft een 38­urig contract gekregen. Dat mag dus, maar hij moet dan ook echt voor 38 en niet voor 48 uur worden ingeroosterd.

Bennani vraagt haar wat hij het beste kan doen. “Ik wilde geen problemen op mijn afdeling.” De Kruijff zet voor hem op papier waarom het rooster niet in lijn is met de cao, zodat hij daarmee naar zijn opleider en de afdeling P&O kan. “Ik gaf als tip mee dat hij een beroep kan doen op juridische ondersteuning vanuit onze kant voor het geval er problemen zouden ontstaan.”

Uitbetaling overuren

Gelukkig komt het zover niet. Zijn werkgever erkent dat Bennani inderdaad niet volgens de 38+10­constructie mag worden ingeroosterd. Zijn rooster wordt in lijn met de overeengekomen arbeidsduur gebracht. Met hulp van De Kruijff lukt het daarnaast om alle uren die hij sinds zijn aanstelling extra heeft gewerkt boven de 38 uur per week, alsnog te laten uitbetalen. Ook voor de andere aios klinische chemie past de werkgever het rooster aan én worden de extra gewerkte uren uitbetaald. Bennani is blij met de uitkomst en waardeert het dat zijn werkgever het zo voortvarend heeft opgepakt. “Ik had het heel vervelend gevonden als de verhoudingen hierdoor op scherp waren komen te staan.”

LAD magazine | 14
Reconstructie
* Namen van cliënten in deze rubriek zijn fictief i.v.m. de privacy van de cliënt.

Taco Kuijpers

Kinderarts Emma Kinderziekenhuis, Amsterdam UMC

Waarom heb je gekozen voor kindergeneeskunde?

“Ik ben kinderarts geworden omdat ik altijd onder de indruk ben van de energie die kinderen uitstralen – zelfs als ze ziek zijn. Ik bewonder hun wilskracht om te spelen. Ze laten zich vaak niet tegenhouden door ziekte en willen zo snel mogelijk weer meedoen. Daarnaast ben ik telkens weer verrast door hun fysieke herstelvermogen, ook bij ernstige aandoeningen zoals ARDS (Acute Respiratory Distress Syndrome) of neurologische schade. Het is mooi om te zien hoe veerkrachtig kinderen zijn. Daar doen we het voor.”

“Ik bewonder de wilskracht van kinderen”

Wat geeft je voldoening in je werk?

“Ik haal veel voldoening uit het toepassen van mijn gespecialiseerde kennis om daarmee de onderliggende oorzaken van ziekten te begrijpen. Ik richt me in onderzoeken vaak op unieke ziektegevallen en onbekende aandoeningen, waarbij creativiteit en ervaring een grote rol spelen. Het is essentieel om open te communiceren met ouders en kinderen, zodat we onzekerheden kunnen bespreken. Een goede samenwerking met andere specialisten is dan van groot belang.”

Welke misvattingen zijn er over kindergeneeskunde?

“Een veelvoorkomende misvatting is dat we alleen maar ‘poppendokters’ zijn die zeeën van tijd hebben voor onze patiënten. Mensen vergeten vaak dat alles wat met kinderen te maken heeft meer tijd kost. We behandelen niet alleen het kind, maar ook ouders spelen een belangrijke rol in het geheel. Daarnaast is een holistische benadering van zorg bij kinderen essentieel; de overgang naar volwassenenzorg kan bijvoorbeeld voor spanningen zorgen.”

Wat is voor jou de toegevoegde waarde van de LAD?

“Persoonlijk ben ik niet direct betrokken bij de LAD, maar ik zie de toegevoegde waarde op het gebied van de organisatie van medische zorg en belangenbehartiging voor onze beroepsgroep. Ik hoop dat de LAD zich actief inzet om de administratieve last en overmatige regelgeving, die ons vak onnodig verzwaren, drastisch te verminderen. Dit draagt namelijk bij aan burn­outklachten en demotivatie bij jonge artsen en verpleegkundigen. Alle vakverenigingen, inclusief de LAD, en de minister moeten samenwerken om het werkplezier in de medische sector te behouden en aantrekkelijker te maken voor iedereen.”

Huisartsen, aios, medisch specialisten en specialisten ouderengeneeskunde: de LAD heeft leden in alle disciplines. Wie zijn ze en wat drijft hen? In deze rubriek brengen we LAD­leden letterlijk in beeld.

LAD-lid in beeld
September 2023 |
Tekst Lucie Pelzer Fotografie Ivar Pel

De cohesie in de vakgroep is toegenomen

De vakgroep Neurologie van het Flevoziekenhuis meldde zich vorig jaar aan voor het project Gezond en veilig werken van de LAD. “We hadden onder andere te maken met een hoge werkdruk en wilden de regie nemen om daar zelf iets aan te doen”, vertelt neuroloog Leroy ten Dam. Het meest waardevolle van het project vindt hij dat de onderlinge verbinding binnen de vakgroep is gegroeid. “Het is nuttig om samen na te denken waar je voor staat en wat je wilt bereiken.”

LAD magazine | 16
De vakgroep Neurologie van het Flevoziekenhuis. Vijfde van links: Leroy ten Dam (voorste rij)

Het project Gezond en veilig werken draait in 24 instellingen, verdeeld over alle zorgdisciplines. Zo doen LAD­leden in verpleeghuizen, ggz­, VVT­ en gehandicaptenzorginstellingen mee, evenals een aantal ziekenhuisvakgroepen, GGD’en en huisartsen. Ieder project begint met een nulmeting om te kijken hoe artsen tegen hun werk aankijken: is er een ‘gezonde’ werkdruk, voelen artsen zich gewaardeerd? En hoe is hun betrokkenheid bij het instellingsbeleid geregeld? Op basis van die nulmeting bepalen artsen zelf aan welke thema’s ze willen werken, waarna ze gedurende twee jaar worden begeleid door een externe procesbegeleider.

Werkdruk en inspraak

De neurologen in het Flevoziekenhuis lazen vorig jaar in de nieuwsbrief van de LAD dat er nog plekken vrij waren voor het project. “We liepen al een tijdje tegen een aantal dingen aan die ons werkplezier in de weg stonden en wilden daar proactief mee aan de slag. Na overleg met de andere collega’s besloten we ons aan te melden”, vertelt Ten Dam. Zoals bij ieder traject werd eerst een nulmeting gehouden. Daaruit bleek onder andere dat de werkdruk in de vakgroep hoog is. “De behandelmogelijkheden binnen de neurologie zijn de afgelopen jaren flink uitgebreid, waardoor we veel complexe zorgvragen krijgen die tijd vragen. Daarnaast kampen we met een aniostekort waardoor we een deel van hun taken er zelf bij doen. Dat begon ons als vakgroep op te breken”, aldus Ten Dam. “Het is gewoon niet plezierig om patiënten voor je gevoel nét niet genoeg tijd te kunnen geven of om continu achter te lopen met je administratie.”

Een ander punt dat uit de nulmeting naar voren kwam, was dat de vakgroep weinig inspraak ervaart binnen het ziekenhuis. “Het was onze nadrukkelijke wens zichtbaarder te zijn, omdat je dan ook meer dingen gedaan krijgt.”

Werkgroepen

Na de nulmeting werden in overleg met de procesbegeleider een werkgroep werkdruk en een werkgroep inspraak ingesteld. Ten Dam is voorzitter van de eerste werkgroep. “We hadden het binnen onze vakgroep onderling vaak over werkdruk, maar bespraken nooit waar dat nou precies in zit. We zijn daarom begonnen met een inventarisatie: wat zijn oneigenlijke taken die nu bij ons zijn belegd? Waaraan

besteden we onze tijd als we geen patiënten zien? Hoeveel tijd zijn we bijvoorbeeld kwijt aan e­mails en administratieve handelingen? Daarnaast hebben we bij vakgroepen in andere ziekenhuizen gekeken hoe zij het organiseren.”

Alleen al de inventarisatie was volgens Ten Dam nuttig. “Het gaf overzicht, waarna we ook relatief snel oplossingen konden bedenken. Zo hebben we afspraken gemaakt over ‘e­mailhygiëne’, zodat we minder tijd kwijt zijn aan mailverkeer. Daarnaast is het gelukt de wachtlijst te verlagen, onder andere door kritischer te triëren: welke patiënten moeten met spoed worden geholpen, wat kan tussen twee en drie maanden en wat kan over zes maanden? Door er op zo’n manier mee om te gaan, bleek dat sommige dingen zich vanzelf oplosten, bijvoorbeeld doordat een gezondheidsklacht van een patiënt die over zes maanden stond ingepland intussen al was verholpen.”

Zichtbaar

Bij het verlagen van de wachtlijsten hielp ook mee dat de vakgroep werd uitgebreid. Ten Dam: “Vorig jaar waren we nog met z’n achten; intussen zijn we met negen neurologen. Vóór onze deelname aan het project hadden we van de raad van bestuur al een toezegging gekregen voor uitbreiding, mits we een efficiencyslag zouden maken. Die slag hebben we mede dankzij het project kunnen maken.”

Naast de werkgroep werkdruk is ook werkgroep inspraak aan de slag gegaan. Ten Dam vertelt dat zijn collega’s in die werkgroep onder andere kijken hoe hun zichtbaarheid als vakgroep kan worden vergroot. “We willen onze betrokkenheid bij de medische staf vergroten – we kwamen daar onder andere vanwege de werkdruk onvoldoende aan toe terwijl het juist belangrijk is om over vakgroepoverstijgende onderwerpen mee te denken. Daarnaast willen we beter voorbereid met de raad van bestuur om tafel. Zo kregen we een tijdje geleden het verzoek om de productie te verhogen, terwijl we toen in een piek zaten qua werkbelasting. Hoe ga je dan met zo’n verzoek om? Een onderhandelaar van de LAD heeft ons daarbij geholpen.”

Cheerleader

Ten Dam is blij met de deelname aan het project. “Het is nuttig om samen vast te stellen waar je voor staat en wat je wilt bereiken. Dat heeft

Project Gezond en veilig werken

Het project Gezond en veilig werken is een initiatief van de LAD. Tussen 2023 en 2025 worden groepen artsen in 24 instellingen begeleid. Doel is een wetenschappelijk bewezen procesinterventie te ontwikkelen die artsen helpt de werkcultuur te verbeteren en hun duurzame inzetbaarheid te vergroten. Er wordt ervaring opgedaan in alle zorgdisciplines en het project wordt uitgevoerd in samenwerking met de Federatie Medisch Specialisten, Landelijke Huisartsen Vereniging en KNMG en gesubsidieerd door een stichting (SWG), waar deze organisaties en de LAD aan zijn verbonden. Kijk voor meer info op www.lad.nl/ gezond-en-veilig-werken

Omdat de subsidie alleen voor de 24 groepen geldt, kunnen we het traject voor nieuwe aanmeldingen alleen tegen betaling aanbieden. Wil je meer weten over de mogelijkheden? Neem dan contact op met projectleider Romy Steenbeek via lad.gvw@lad.nl

ervoor gezorgd dat de cohesie binnen de vakgroep is toegenomen. Natuurlijk hebben we niet alle problemen opgelost, maar dat zou ook niet realistisch zijn.” Hij vindt het prettig dat de procesbegeleider nog een jaar betrokken blijft. “Ik zie haar wel eens – en dat bedoel ik als compliment – als een soort cheerleader: ze benadrukt wat we allemaal hebben bereikt en dat hebben we soms nodig om de moed erin te houden.” Het belangrijkste wat hij zelf heeft geleerd, is dat hij en zijn collega’s meer kunnen veranderen dan ze soms denken. “Bij het werkdruk­vraagstuk dacht ik aanvankelijk: dat krijgen we nooit opgelost, het is gewoon een gegeven. Maar als je het probleem dan opdeelt in subonderwerpen en met zo’n subonderwerp aan de slag gaat, blijk je ineens heel wat stappen te kunnen zetten. Dat geeft veel voldoening.”

September 2023 | 17
Tekst Marjolein Dekker

Bezoek onze regiobijeenkomsten

Hoe behouden we jonge en ervaren artsen voor het vak, als de zorgvraag de komende jaren verdubbelt? Welke rol kan innovatie spelen? Hoe kun je als arts zelf de regie nemen? Die vragen staan centraal tijdens de bijeenkomsten die de LAD dit en volgend jaar organiseert vanwege haar 75­jarig bestaan.

Op woensdagavond 4 oktober (Zwolle) en woensdagavond 24 januari (Eindhoven) organiseren we regiobijeenkomsten, waarbij drie onderwerpen centraal staan: innovatie, leiderschap en cultuur. Volgens de LAD zijn het dé ‘ingrediënten’ die het komende decennium cruciaal worden om goede zorg te kunnen blijven leveren. De sprekers die bij het startcongres op 14 juni een TED­talk hielden over deze onderwerpen, geven dan verdiepingssessies met veel ruimte voor interactie. Internationaal keynote speaker Nancy Rademaker verkent graag de mogelijkheden van innovatie in je dagelijkse werk, organisatiefuturoloog Arjen Banach geeft handvatten voor leiderschap en KNO­arts Froukje

50%

van de geneeskundeopleidingen denkt erover cum laudes af te schaffen, of is er al mee gestopt

(bron: Trouw)

100

In september startten 100 aios met de opleiding tot specialist (bron: SOON)

LAD-training: onderhandelen

Verdam gaat in op de vraag hoe je zelf een werkcultuur kunt creëren die veerkracht en vitaliteit stimuleert. De bevindingen van het startcongres en de regiobijeenkomsten komen vervolgens samen tijdens een slotcongres op woensdagmiddag 17 april 2024. De regiobijeenkomsten zijn goed voor 2,5 accreditatiepunten. Het slotcongres levert 3 accreditatiepunten op. De bijeenkomsten zijn gratis voor LAD­leden en interessant voor zowel coassistenten als aios en ervaren artsen. Meer weten of aanmelden? Ga naar www.lad.nl/lad-75-jaar.

Intussen op Instagram …

@lad.artsen.in.dienstverband

Een tegenvaller voor de MD/PhD promovendi in Groningen, die hun opleiding geneeskunde combineerden met een promotietraject: het UMCG gaat namelijk in cassatie bij de Hoge Raad in de zaak over hun arbeidsvoorwaarden.

De MD/PhD’ers, die de hulp van de LAD inschakelden, zijn teleurgesteld. “De zaak wordt hiermee opnieuw vertraagd, waardoor ze nog langer moeten wachten op betaling van het loon dat hen volgens het gerechtshof toekomt”, zegt Dino Jongsma, arbeidsjurist bij het Kennis- en dienstverleningscentrum van de @federatiemedischspecialisten en de LAD. #coassistenten #promovendi #arbeidsvoorwaarden

Op 12 oktober zijn nog een paar plekken beschikbaar voor de LAD­training ‘Beter in onderhandelen’, die openstaat voor alle LADleden: van aios tot medisch specialist en van huisarts tot specialist ouderengeneeskunde. Centrale vraag tijdens de training is hoe je je punt maakt met behoud van de relatie, zodat je een serieuze gesprekspartner bent voor bijvoorbeeld je raad van bestuur. De training duurt een dag, vindt plaats in Utrecht, kost € 450 euro en levert 6 accreditatiepunten op. Interesse? Kijk op www.lad.nl/ beterinonderhandelen. Binnenkort maken we in onze nieuwsbrief de trainingsdata voor 2024 bekend, evenals voor de training ‘Beter in beeld’.

25%

van de geneeskundestudenten heeft vaak tot altijd studiegerelateerde zorgen, zoals over werkdruk, de beroepskeuze of het in opleiding komen

(bron: De Geneeskundestudent)

LAD magazine | 18 In het kort
Arjen Banach geeft tijdens de regiobijeenkomsten een verdiepingssessie over leiderschap

Onverwacht druk cao - seizoen

De afgelopen maanden hadden onze onderhandelaars hun handen vol aan ‘extra’ caooverleggen. ‘Extra’ omdat we in lopende cao’s aanvullende afspraken wilden maken over extra structurele salarisverhogingen. Een aantal cao’s, zoals de Cao Gehandicaptenzorg en Cao VVT, werd namelijk afgesloten in de periode vóór de torenhoge inflatie en stijgende energieprijzen. In die cao’s waren salarisafspraken gemaakt die die werknemers bij lange na niet compenseerden voor de stijgende prijzen en die bovendien achterliepen op andere, recenter afgesloten cao’s. Samen met de andere vakbonden wilden we kijken of er tussentijds iets mogelijk zou zijn.

Gelukkig stonden de werkgeversorganisaties hier welwillend tegenover, maar zoals wel vaker geldt bij cao­onderhandelingen: the devil is in the details. Bij sommige cao’s waren de werkgevers bereid tot een salarisverhoging, maar ze wilden de looptijd van de cao dan verlengen en de loonruimte voor 2024 in 2023 gebruiken. Een ander punt van discussie was de loondifferentiatie: werk­

gevers wilden lagere inkomens een procentueel hogere salarisverhoging geven omdat die het hardst worden geraakt door inflatie. Dat klinkt aannemelijk, maar omdat de hogere groepen in veel cao’s al een aantal jaren met loondifferentiatie zijn geconfronteerd en zij net zo goed met stijgende prijzen te maken hebben, gold voor ons het uitgangspunt: goede afspraken voor iedereen.

De onderhandelingen gingen niet zonder slag of stoot maar ik denk dat we tevreden mogen zijn met de resultaten.

Zo gingen we in zee met de verlenging van de looptijd van de Cao’s VVT en Gehandicaptenzorg, maar wilden ‘in ruil daarvoor’ wel een aantal belangrijke (en langgekoesterde) wensen realiseren. Zo lukte het in de Cao VVT om de onregelmatigheidstoeslag (ORT) en bereikbaarheidsdienstenvergoeding te verbeteren en voor coassistenten dezelfde onkostenvergoeding te regelen die ook voor andere stagiairs geldt. In de Cao Gehandicaptenzorg spraken we af dat functies hoger dan functiegroep 65 (waaronder artsen­VG vallen) vanaf 1 januari 2024 in aanmerking voor ORT. Daarnaast lukte het aan deze tafel om het loondifferentiatievoorstel van tafel te krijgen.

Al met al hebben we weer ervaren dat je met geven en nemen het meest bereikt. En dat je altijd op hetzelfde aambeeld kunt blijven slaan, maar soms ook het momentum moet afwachten om je punt te kunnen maken.

Caroline van den Brekel, directeur

DJS CONGRES

‘Zorgen voor morgen’

Op zaterdag 4 november organiseert De Jonge Specialist samen met de LAD, VvAA en Federatie Medisch Specialisten het DJS Congres.

Dit jaarlijkse interdisciplinaire congres is bedoeld voor a(n) ios die zich niet alleen medischinhoudelijk, maar ook in de breedte willen ontwikkelen. Dit jaar staat de dag in het teken van de uitdagingen binnen de gezondheidszorg en de rol die jonge artsen hierin (kunnen) spelen.

Keynote speakers zijn internist en hoogleraar geneeskunde

Marcel Levi en KNO­arts Froukje Verdam, die ingaan op de kansen voor jonge artsen en duurzame inzetbaarheid gedurende hun loopbaan. In een rondetafelgesprek denken Hans Westgeest (oncoloog Amphia

Ziekenhuis), Jan Kremer (speciaal gezant Passende Zorg),

Marjo Vissers (CEO Coöperatie

VGZ) en Sjoerd Repping (hoogleraar Zinnige Zorg) na over de kansen voor passende zorg. Deelnemers kunnen daarnaast

diverse workshops volgen over actuele thema’s zoals de arbeidsmarkt, duurzaamheid, innovatie, en persoonlijke ontwikkeling. De LAD geeft een workshop over onderhandelen. Een ticket kost 60 euro voor leden van DJS/de LAD. Het congres is in diverse centra geregistreerd als DOO (discipline overstijgend onderwijs) waardoor aios hun ticket kunnen declareren uit hun opleidingsbudget. Interesse? Schrijf je snel in via https://djscongres. yellenge.nl

95%

van de huisartsenpraktijken verwacht binnen een jaar een tekort aan huisartsen. In 2018 was dat nog 49%. (bron: Nivel)

September 2023 | 19
Column

Voor

mijn

patiënten

maak ik graag tijd, maar hoe zorg ik dat ik zelf genoeg energie houd?

Kun je wel wat meer energie gebruiken, zodat je jouw tijd beter benut?

Bijvoorbeeld door effectiever te communiceren of overtuigender over te komen? Jouw persoonlijke ontwikkeling verdient persoonlijke en professionele aandacht. En die krijg je bij ons. Met opleidingen en trainingen die volledig zijn toegespitst op jou als (jonge) arts.

Kies de opleiding die bij jou past op: vvaa.nl/trainingen

JIJ ZORGT. JIJ LEEFT. EN WIJ LEVEN MET JE MEE.
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.