De LAD en de NFU hebben de afgelopen tijd intensief overleg gevoerd over de herziening van hoofdstuk 15 in de Cao UMC. Helaas zijn we er nog niet in geslaagd om op alle onderdelen tot dezelfde denkrichtingen te komen die als basis kunnen dienen voor het overleg over de nieuwe Cao UMC dat dit najaar start. De LAD gaat deze zomer verder in overleg met de NFU.
In de huidige Cao UMC is afgesproken dat de NFU en LAD de mogelijkheden voor een herziening van hoofdstuk 15 bestuderen tijdens de looptijd van de huidige cao. Een van de uitgangspunten van de herziening is dat deze budgetneutraal is: het mag met andere woorden niet leiden tot een bezuiniging van het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden. Doel van de gesprekken is om, voordat de onderhandelingen over de nieuwe cao dit najaar starten met alle cao-partijen (waar ook de andere vakbonden aan tafel zitten), tot een gezamenlijk advies te komen voor hoofdstuk 15. Dit gedeelde advies vormt de basis voor de inzet van de onderwerpen die worden besproken tijdens de cao-onderhandelingen.
Totaalpakket
De LAD hecht er veel waarde aan om voorafgaand aan die onderhandelingen met de NFU tot een totaalpakket te komen, zodat de arbeidsvoorwaarden van academisch medisch specialisten niet ondersneeuwen bij alle andere onderwerpen die tijdens het cao-overleg aan de orde komen. Tijdens de cao-onderhandelingen komt ook de financiële ruimte voor alle cao-afspraken aan de orde. Het overleg over de herziening van hoofdstuk 15 gebeurt nu dus ‘budgetneutraal’. Alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken die extra geld kosten, worden bewaard voor het cao-overleg.
Punten van overleg
Het overleg met de NFU is tot nu toe in een constructieve sfeer verlopen en het gezamenlijke vertrekpunt staat buiten kijf: we willen concrete afspraken maken die bijdragen aan de duurzame inzetbaarheid van alle medisch specialisten, met oog voor de hoge werkdruk, behoud van vitaliteit en de wensen en behoeften van verschillende generaties. Inhoudelijk zijn we er echter nog niet. De LAD en de NFU willen beide afscheid nemen van de bandbreedte in de werkweek van 40-48 uur, maar hoe de werkweek in de toekomst precies vorm moet krijgen, is nog een punt van discussie. Een ander onderwerp waarover we nog van mening verschillen, is de dienstleeftijd en de doorbetaling van de TVO na het stoppen met diensten.