skip to Main Content

LAD deelt conclusie Capaciteitsorgaan voor meer onderzoek naar loopbaan basisartsen

De LAD is het volmondig eens met de conclusie van een rapport van het Capaciteitsorgaan dat stelt dat er meer onderzoek moet komen naar de loopbaan van basisartsen. Uit het onderzoek komt onder andere naar voren dat anios weinig ruimte voor leren en ontwikkelen ervaren. “Hun positie moet worden verbeterd, evenals de waardering en erkenning die ze krijgen”, zegt Suzanne Booij, voorzitter van de LAD. Verder is in haar ogen in de opleiding geneeskunde meer aandacht nodig voor ‘onbekendere specialismen’, zoals ouderengeneeskunde en de sociale geneeskunde, zodat meer anios daar in de toekomst voor kiezen.

Uit het onderzoek blijkt dat sommige anios hun functie als ‘gaten vullen in het rooster’ ervaren. “Dat is jammer”, vindt Booij, “want de functie van anios is een serieuze baan met bijbehorende verantwoordelijkheden. We vinden het belangrijk dat die functie als zodanig wordt gewaardeerd, ook wat betreft arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, want de anios-periode is belangrijk als oriëntatie op de toekomst. Daarnaast willen we dat anios goede loopbaanondersteuning krijgen, inzicht hebben in de kansen op een opleidingsplek en hun uiteindelijke loopbaanperspectief.”

Wat beweegt de basisarts

Het Capaciteitsorgaan heeft samen met onderzoeksinstituut Nivel op vrijdag 31 mei een rapport uitgebracht met als titel Wat Beweegt De Basisarts. De belangrijkste conclusies zijn dat voor een goede schatting van de behoefte aan a(n)ios, onderzoekers en artsen die basisarts blijven, meer onderzoek nodig is. Daarbij moeten vooral de vraag van werkgevers naar anios, het takenpakket van de anios en eventuele verschuivingen daarin worden onderzocht. Het hele rapport, waaraan ruim 5.700 van de meer dan 21.000 basisartsen meededen, lees je hier.

Het Capaciteitsorgaan onderzoekt de benodigde capaciteit aan zorgprofessionals in de toekomst en de instroom in de opleidingen die daarvoor nodig is. Het rapporteert hierover aan de zorgsector en de overheid. In het verleden werd er daarbij van uitgegaan dat alle medische studenten die afstuderen als basisarts, doorstromen naar de vervolgopleidingen.
Maar in de praktijk blijkt dit niet altijd het geval. Bij sommige specialismen zijn meer gegadigden dan plekken en bij andere blijven plekken onbezet. Veel basisartsen kiezen dus niet meteen voor een vervolgopleiding, maar gaan iets anders doen. Op papier ontstond hierdoor een ‘pool’ aan basisartsen die niet (meteen) doorstromen naar de vervolgopleidingen.

Omdat er onvoldoende duidelijkheid bestaat over de omvang van de groep basisartsen, de stappen die basisartsen in hun loopbaan zetten en waarom ze dat doen, hebben het Capaciteitsorgaan en het Nivel hiernaar onderzoek gedaan.

Twijfel

Uit het onderzoek blijkt dat veel anios verschillende redenen hebben om nog niet te kiezen voor een baan als aios. De belangrijkste redenen daarbij zijn twijfel of ze een vervolgopleiding willen doen en twijfel over welk specialisme ze willen doen. Ook zijn ze bezig met de voorbereiding op het specialisme dat ze uiteindelijk willen doen. Bij de uiteindelijke keuze voor een loopbaan ziet het onderzoek vier zogenoemde ‘pull- en pushfactoren’:

  • inhoudelijke uitdaging (en positieve werksfeer/variatie werkzaamheden);
  • persoonlijke ruimte (vrijheid en autonomie, werktijden, werk-privébalans)
  • arbeidsvoorwaarden (en diensten, werkdruk, vergoeding overuren);
  • support (waardering en erkenning, begeleiding en coaching).

Lees meer over het rapport op de website van het Capaciteitsorgaaan.