Werknemersorganisaties in beraad over openbreken Cao VVT
Afgelopen maandag zaten de VVT-werkgeversorganisaties ActiZ en Zorgthuisnl met de werknemersorganisaties aan tafel over het openbreken van de Cao VVT. De werkgevers stellen nu voor een tussentijdse extra structurele loonsverhoging van 10 procent per 1 november 2023 door te voeren, waarbij de looptijd van de cao wordt verlengd tot 31 december 2024. De LAD/FBZ heeft gemengde gevoelens bij dit voorstel.
Fors opgelopen inflatie
In april vorig jaar hebben de werknemersorganisaties een cao afgesloten met werkgevers die loopt tot en met 31 december 2023. Daarin werd een loonsverhoging afgesproken die nu onvoldoende blijkt te zijn door de fors opgelopen inflatie. Door alle prijsstijgingen hebben werknemers steeds meer moeite om rond te komen iedere maand. Daarom hebben de cao-partijen een paar keer overleg gevoerd om te kijken of werknemers een extra loonsverhoging kunnen krijgen.
We hebben hier om de volgende redenen gemengde gevoelens over:
- Medewerkers krijgen pas aan het einde van het jaar (november) een structurele loonsverhoging en niet nu al, terwijl dat de intentie was van het overleg dat we voerden.
- Als de cao verlengd wordt tot 31 december 2024, leveren we de loonruimte voor 2024 in. Dat betekent dat er dan geen ruimte is voor een loonsverhoging in 2024.
- Ondanks dat de werkgevers aangeven dat het manifest ‘De medewerker op 1’ centraal staat, bevat het voorstel geen materiële verbeteringen zoals een verhoging van de reiskosten, modernisering loongebouw en verhoging van overige vergoedingen. Als we hiermee instemmen, is er geen onderhandelingsruimte om dit soort zaken in 2024 te verbeteren.
- Daarentegen is de structurele loonsverhoging van 10 procent die de werkgevers aanbieden, samen met de 3 procent loonsverhoging die dit jaar al is gegeven, bij elkaar opgesteld een structurele loonsverhoging van 13 procent. Dat is substantieel en niet iets wat je zomaar kunt weigeren.
Verbeteringen voor álle werknemers
De werkgevers hebben herhaaldelijk aangegeven dat de financiële ruimte voor arbeidsvoorwaardelijke verbeteringen beperkt is. De LAD/FBZ heeft van meet af aan benadrukt dat die verbeteringen juist nu, in een periode waarin de druk op de VVT enorm is, noodzakelijk zijn – en dat die verbeteringen bovendien voor álle werknemers in de VVT moeten gelden. Onze intentie is snel weer aan tafel te zitten met alle partijen.