skip to Main Content

75 jaar LAD: positie arts in dienstverband stevig verankerd

Op 8 mei 2023 bestaat de LAD 75 jaar. We begonnen ooit met 600 leden; intussen zijn dat er ruim 35.000, waardoor de LAD een speler is geworden waar de zorgsector niet omheen kan. Om deze mijlpaal te vieren, organiseert de LAD gedurende het jubileumjaar een bijeenkomstenreeks, te beginnen met het congres ‘Strategisch, innovatief en vitaal dokteren’ op 14 juni. Interesse? Lees meer en meld je snel aan, accreditatie is aangevraagd.

In 1948 besluit een groepje artsen in loondienst zich te verenigen. Artsen in dienstverband zijn in die tijd ver in de minderheid en hun positie is niet benijdenswaardig: hun inkomen is beduidend lager dan dat van collega’s in vrij beroep. Als het gaat om hun rechtspositie, arbeidsomstandigheden en professionele autonomie, is er bovendien amper iets geregeld.

Koerswijziging: onderhandelen!

De LAD vindt dat daar verandering in moet komen en maakt zich allereerst hard voor de erkenning van het specialisme sociale geneeskunde. Niet verwonderlijk, want de meerderheid van de leden bestaat in die tijd uit sociaal geneeskundigen, zoals school-, gemeente-, verzekeringsartsen en artsen in dienst van de krijgsmacht. De erkenning komt er in 1950.

Een volgende belangrijke stap is de lancering van een modelcontract (1952), bedoeld om de rechtspositie en honorering van ziekenfondsartsen te verbeteren. Toch richt de LAD zich in de eerste twee decennia vooral op individuele dienstverlening. In 1967 besluit het LAD-bestuur tot een radicale koerswijziging. Om de positie van artsen in dienstverband écht goed op de kaart te zetten, moet de focus komen te liggen op collectieve belangenbehartiging.

Vertegenwoordiging aan cao-tafels

Om dat vorm te geven, sluit de LAD zich in 1969 aan bij twee vakcentrales (de Centrale voor Hogere Ambtenaren en de Nederlandse Centrale van Hoger Personeel). Een paar jaar later, in 1974, is de LAD een van de oprichters van FHZ (het latere FBZ): de werknemersorganisatie die zorgprofessionals vertegenwoordigt.

Die aanpak blijkt een schot in de roos. Omdat FHZ een grote groep zorgprofessionals (niet alleen artsen, maar bijvoorbeeld ook psychologen en paramedici) vertegenwoordigt, mag ze aanschuiven aan een aantal onderhandelingstafels. In 1976 leidt dat tot de allereerste Cao voor het Ziekenhuiswezen. Nu, in 2023, zijn LAD-leden vertegenwoordigd aan 12 cao-tafels.

Kortere werkweek

Het aantal leden groeit intussen gestaag (begin jaren ’80 waren het er ongeveer 6.500), waardoor de LAD een steeds invloedrijkere speler wordt. Dat het daardoor makkelijker wordt om dingen voor elkaar te krijgen, wordt in de jaren tachtig zichtbaar, als de werkloosheid onder artsen explosief toeneemt. Net afgestudeerde artsen kunnen moeilijk een baan vinden en al snel zitten 2.000 jonge artsen zonder werk. De LAD presenteert een aantal maatregelen en wil toe naar een 40-urige werkweek, zodat de jonge garde meer kans krijgt op de arbeidsmarkt. In die tijd een revolutionair voorstel, aangezien de meeste artsen gewend zijn gemiddeld 57 uur per week te werken. Het arbeidstijdverkortingsplan (ATV) wordt in 1984 geïntroduceerd en het werkt: ruim de helft van de LAD-leden doet een stapje terug, uit solidariteit met de jonge generatie.

Nieuwe koers: samenwerken

In 2013 volgt een koerswijziging, gericht op samenwerking met beroepsverenigingen. Zo sluit de LAD in 2013 een akkoord met de Federatie Medisch Specialisten (toen nog de Orde), waardoor medisch specialisten in dienstverband zowel van de LAD- als Federatie-diensten gebruik kunnen maken. Soortgelijke samenwerkingen worden daarna aangegaan met De Jonge Specialist, De Geneeskundestudent voor coassistenten, en met de SBOH (de werkgever van diverse aios-groepen). Verder wordt het lidmaatschap ook opengesteld voor een aantal aanverwante beroepsgroepen, en gaat de LAD samenwerken met de beroepsverenigingen van klinisch chemici, klinisch fysici, klinisch technologen en ziekenhuisapothekers. In 2019 volgt een samenwerkingsverband met de NVAVG, in 2020 met de NVSHA en de ‘jongste’ beroepsvereniging met wie de LAD een combinatielidmaatschap heeft, is VVGN (2022).

LAD anno 2023

Door deze samenwerkingsconstructies heeft de LAD anno 2023 ruim 35.000 leden. Door die omvang lukt het steeds beter de professionele autonomie van de leden en hun inspraak binnen instellingen te vergroten, maar ook om onderwerpen als werk- en regeldruk te agenderen. Mijlpalen zijn het borgen van inspraak in cao’s, zoals in de AMS, de Cao GGZ en recent in het convenant voor de VVT. Daarnaast krijgt gezond en veilig werken in 2020 echt goed vorm met het gelijknamige project, waaraan intussen groepen artsen in 24 instellingen meedoen. Zij worden gedurende twee jaar intensief begeleid. Doel is een wetenschappelijk bewezen procesinterventie te ontwikkelen die artsen helpt de werkcultuur te verbeteren en hun duurzame inzetbaarheid te vergroten.