Cao UMC (incl. HAMS)
Voor werknemers in dienst van een universitair medisch centrum (umc) geldt de Cao UMC. Het gaat om ruim 80.000 werknemers. Voor academisch medisch specialisten geldt de HAMS (Honoreringsregeling Academisch Medisch Specialisten). Deze regeling maakt deel uit van de Cao UMC (hoofdstuk 15).
Looptijd
1 januari 2024 tot en met 31 december 2025.
Salarisverhoging
Werknemers krijgen per 1 mei 2024 een structurele salarisverhoging van 4% tot en met het maximum van schaal 11 (maximaal € 246,24). Per 1 juli 2025 volgt nog eens een verhoging van 3%, eveneens tot en met het maximum van schaal 11 (maximaal € 192,06). Als blijkt dat de consumentenprijsindex in 2025 hoger is dan de afgesproken loonsverhoging voor dat jaar, gaan de cao-partijen in overleg.
Standaard arbeidsduur
De standaard arbeidsduur is 1.872 uur per jaar (36 uur per week).
Voor een academisch medisch specialist is de standaard arbeidsduur nu nog gemiddeld 40-48 uur per week, exclusief diensten (inclusief diensten komt het neer op maximaal 55 uur gemiddeld per week). Met ingang van 1 januari 2026 geldt vanaf 60 jaar een gemiddelde arbeidsduur van 40 uur (in plaats van 40-48), exclusief diensten.
Voor een aios is de standaard arbeidsduur 2.392 uur per jaar (46 uur per week).
Vakantieverlof
Met ingang van 1 januari 2024 bouwt een werknemer met een fulltime dienstverband per kalenderjaar 144 wettelijke en 28 bovenwettelijke vakantie-uren op (werknemers die vóór 1 april 2024 uit dienst zijn gegaan, hebben recht op 24 bovenwettelijke vakantie-uren). Vanaf 1 januari 2025 wordt het aantal bovenwettelijke vakantie-uren verder uitgebreid naar 32.
Voor aios geldt dat ze met ingang van 1 januari 2024 per kalenderjaar 184 wettelijke en 36 bovenwettelijke vakantie-uren opbouwen bij een fulltime dienstverband van 46 uur per week. Per 1 januari 2025 wordt het aantal bovenwettelijke vakantie-uren verder uitgebreid naar 41. Voor aios met een deeltijd dienstverband geldt het aantal vakantie-uren naar rato van een fulltime dienstverband.
Medisch specialisten hebben recht op 24 vakantiedagen bij een fulltime dienstverband.
Belangrijkste cao-resultaten
- Tot het resultaat voor deze cao werd gesloten, had ieder umc nog een eigen reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer, waardoor er veel verschillen waren tussen umc’s. Er zijn nu afspraken voor alle umc’s gemaakt. Werknemers die fietsend, lopend of met de auto naar het werk komen, krijgen vanaf 1 oktober 2024 een reiskostenvergoeding krijgen van 18 cent per kilometer (met een maximum van 40 km enkele reis). Wie meer dan 7 km van het werk woont en met het OV reist, krijgt de OV-kosten volledig vergoed (2eklas). Voor aios geldt vanaf 1 oktober 2024 dezelfde reiskostenvergoeding als voor andere werknemers.
- De thuiswerkvergoeding gaat omhoog naar € 2,35 per dag.
- Om werknemers meer regie te geven over hun eigen duurzame inzetbaarheid, wordt balansverlof geïntroduceerd (voor academisch medisch specialisten geldt deze afspraak niet). Je kunt voor dit verlof sparen vanuit je eindejaarsuitkering, vakantiegeld, bovenwettelijke vakantie-uren, overuren en de meeruren aan het eind van een kalenderjaar. Via je gespaarde uren kun je verlof opnemen of tijdelijk minder werken.
- Het aantal bovenwettelijke vakantie-uren wordt per 1 januari 2024 uitgebreid van 24 naar 28 uur en vanaf 1 januari 2025 naar 32 uur.
- In alle umc’s wordt een generatieregeling van kracht volgens het 80-90-100 principe: je gaat 80% werken tegen 90% van je loon terwijl je pensioenopbouw volledig (100%) doorloopt. Voor academisch medisch specialisten geldt het 80-80-100 principe.
- Het protocol grensoverschrijdend gedrag wordt als bijlage aan de cao toegevoegd en umc’s gaan daar specifiek aandacht aan besteden.
- Bij het invullen van diensten en roosters hebben werknemers eerste keus boven extern ingehuurde krachten.
- De vergoeding voor BAC-diensten (bereikbaarheids-, aanwezigheid- en consignatiediensten) wordt een vast bedrag (ongeacht je salarisschaal) van 5 euro op doordeweekse dagen en 10 euro in de weekenden en op feestdagen.
- De NFU, LAD en FBZ gaan samen met De Jonge Specialist en het College Medische Vervolgopleidingen in kaart brengen wat het verschil is tussen de daadwerkelijke werkuren en de contractueel vastgestelde arbeidsuren van aios, in relatie tot de opleidingstijd. Op basis van dit onderzoek zullen de cao-partijen zo nodig nieuwe afspraken maken over de arbeidsuren van arts-assistenten.
- Alle stagiairs (ongeacht de vraag of hun stage is gericht op directe patiëntenzorg) krijgen een stagevergoeding. Deze vergoeding geldt niet voor coassistenten. Hun tegemoetkoming wordt vanaf 1 maart 2024 echter wel verhoogd van 100 naar 120 euro per maand.
Daarnaast is voor academisch medisch specialisten nog het volgende afgesproken:
- De leeftijd waarop diensten moeten worden gedraaid, gaat per 1 januari 2026 stapsgewijs omhoog naar 62 jaar. Hiervoor geldt een ingroeiregeling. Academisch medisch specialisten die in of vóór 1965 zijn geboren, verrichten vanaf die datum diensten tot hun 60ste. Voor wie in 1966 is geboren, geldt de leeftijd van 60 jaar + 9 maanden; voor 1967: 61 jaar en 3 maanden; voor 1968: 61 jaar + 9 maanden; voor wie in of na 1969 is geboren, geldt de leeftijd van 62 jaar.
- Na het bereiken van deze leeftijden is er geen verplichting meer tot het draaien van diensten en blijft de TVO (toelage verzwarende omstandigheden) behouden. De leeftijd van 62 groeit op een nader te bepalen wijze mee met de verhoging van de AOW-leeftijd.
- Iedere academisch medisch specialist van 59 jaar of ouder heeft met ingang van 1 januari 2026 de mogelijkheid op eigen verzoek geen diensten meer te verrichten. In dat geval geldt een afbouwregeling waarmee de toelage (24-uursdiensten of verzwarende omstandigheden) wordt afgebouwd in drie gelijke delen over een periode van 36 maanden.
- Academisch medisch specialisten hebben met ingang van 1 januari 2026 vanaf 60 jaar een gemiddelde arbeidsduur van 40 uur (in plaats van 40-48), exclusief diensten.
- Academisch medisch specialisten hebben na afloop van een bereikbaarheids- of aanwezigheidsdienst in de nacht, ten minste 8 uur rusttijd dan wel geen aansluitende (dag)dienst met patiëntenzorg gebonden taken. De NFU en de LAD gaan met elkaar voorwaarden opstellen teneinde tot een goede implementatie te komen.
Hoofdstuk 14A en 15
In de cao is een apart hoofdstuk opgenomen (hoofdstuk 14A) voor de arbeidsvoorwaarden van ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici. In dit hoofdstuk zijn ‘bijzondere bepalingen’ opgenomen die voor deze drie beroepsgroepen gelden, zoals het professioneel statuut, het functiegebonden budget, inconveniënten- en andere toelagen.
In de HAMS (hoofdstuk 15 in de cao) zijn de specifieke arbeidsvoorwaardelijke bepalingen voor academisch medisch specialisten opgenomen. Academisch medisch specialisten zijn medisch specialisten die uit hoofde van hun functie voor ten minste gemiddeld 18 uur per week werkzaam zijn in de patiëntenzorg in combinatie met de specialistenopleiding, onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
Pensioen
Het pensioen is ondergebracht bij ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds).
Standaard of minimum-cao?
Deze cao is een standaard-cao. Bij een standaard-cao mag de werkgever niet van de cao afwijken, noch in positieve noch in negatieve zin. De cao kan de werkgever wel ruimte geven voor afwijken van de cao. Dat staat dan meestal expliciet bij het betreffende artikel vermeld. Bij een standaard-cao mag de werkgever overigens ook geen afspraken maken over onderwerpen die (nog) niet in de cao zijn opgenomen.
Vergoeding contributie beroeps-/vakverenigingen
Binnen het keuzemodel arbeidsvoorwaarden stelt de werkgever in overleg met de OR een regeling vast, waarin in elk geval de vergoeding van het lidmaatschap van onder meer beroepsverenigingen (artikel 18.3 lid 1 en 2) moet zijn opgenomen. De werkgever vergoedt aan de medewerker de lidmaatschapsbijdrage voor de in bijlage K opgenomen beroepsverenigingen, als de medewerker uit hoofde van zijn functie in het umc het beroep uitoefent waarvoor de beroepsvereniging bestaat.
Academisch medisch specialisten kunnen via artikel 15.9.1 lid 1 aanspraak maken op vergoeding van het lidmaatschap van hun wetenschappelijke vereniging, KNMG en (haar) beroepsverenigingen (waaronder dus ook de LAD en Federatie Medisch Specialisten).
Ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici kunnen via artikel 14A.5 aanspraak maken op vergoeding van het lidmaatschap van hun wetenschappelijke vereniging en beroepsverenigingen.
Scholing en ontwikkeling
Alle umc-werknemers hebben het recht op ontwikkeling en scholing. De afspraken over het volgen van opleidingen/scholing kunnen zowel tijdens het jaargesprek als daarbuiten worden gemaakt. Als het gaat om scholing/ontwikkeling die nodig is om je functie adequaat te kunnen uitoefenen, komen de kosten en het tijdsbeslag voor rekening van de werkgever. Wil je een opleiding/scholing volgen voor de uitoefening van een andere functie en past dat binnen je loopbaanvooruitzicht en de afspraken die daarover zijn gemaakt? Dan vergoedt de werkgever de helft van de kosten (tenzij hier een aanvullende afspraak over is gemaakt). Lees meer over de voorwaarden, vergoeding en terugbetalingsverplichting in artikel 3.1 t/m 3.1.4 van de cao.
Aanvullend geldt voor aios het volgende: De werkgever vergoedt 100% van de kosten van studieactiviteiten die door het RGS als opleidingseis zijn gesteld. De tegemoetkoming geldt tot een maximum van de kosten voor opleidingsactiviteiten, zoals door het RGS per 1 april 2015 vastgesteld. Deze peildatum wordt jaarlijks in het LOAZ (Landelijk Overleg Academische Ziekenhuizen) opnieuw bezien. Met RGS wordt ook RTS bedoeld.
Kosten inschrijving (kwaliteits)registers
De kosten voor inschrijving in (kwaliteits)registers en de daarbij behorende opleidingskosten worden vergoed als dit volgens de werkgever bijdraagt aan het adequaat uitoefenen van de functie. Zie ook artikel 3.1.5 en bijlage K van de cao.
Afspraken voor academisch medisch specialisten
Voor de arbeidsvoorwaarden van academisch medisch specialisten is in de cao een apart hoofdstuk opgenomen (hoofdstuk 15). Hierin staan ook de afspraken over scholing. Academisch medisch specialisten krijgen jaarlijks een budget voor functiegebonden kosten, waaruit onder andere studiekosten in het kader van de accreditatie, bij- en nascholing en het bezoek aan congressen/symposia kunnen worden betaald, evenals het lidmaatschap van wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen. Een academisch medisch specialist heeft jaarlijks recht op ten hoogste tien verlofdagen wegens studie, accreditatieactiviteiten, bij- en nascholing en het bezoeken van congressen en symposia. Lees er meer over in artikel 15.9 t/m 15.9.2 van de cao.
Afspraken voor ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici
Voor de arbeidsvoorwaarden van ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici is in de cao een apart hoofdstuk opgenomen (hoofdstuk 14A). Ziekenhuisapothekers, klinisch chemici en klinisch fysici krijgen jaarlijks een budget voor functiegebonden kosten, waaruit onder andere studiekosten in het kader van de accreditatie, bij- en nascholing en het bezoek aan congressen/symposia kunnen worden betaald, evenals het lidmaatschap van wetenschappelijke verenigingen en beroepsverenigingen. Een ziekenhuisapotheker, klinisch chemicus en klinisch fysicus heeft jaarlijks recht op ten hoogste tien verlofdagen wegens studie, accreditatieactiviteiten, bij- en nascholing en het bezoeken van congressen en symposia. Lees er meer over in artikel 14A.5 en artikel 14A.6 van de cao.
Kosten (her)registratie BIG
Werknemers die verplicht zijn zich te registreren op grond van artikel 3 van de Wet BIG krijgen zowel de kosten verbonden aan de registratie als de herregistratie door de werkgever vergoed, indien en voor zover deze (her)registratie voortvloeit uit de bij de werkgever beklede functie. Deze bepaling geldt niet voor academisch medisch specialisten; zij kunnen voor de BIG-registratie hun budget functiegebonden kosten aanwenden. Zie ook artikel 5.8 van de cao.
Cao-partijen
Werknemersorganisaties: FBZ, FNV Zorg & Welzijn, LAD, CNV Connectief en NU’91.
Werkgeversorganisatie: NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra).
Klankbordgroep
De LAD/FBZ heeft een klankbordgroep voor de Cao UMC. De klankbordgroep buigt zich over de onderwerpen die voor de LAD de inzet van de onderhandelingen kunnen vormen en fungeert tijdens het onderhandelingstraject als klankbord voor de onderhandelaars.
Achtergrond
De Cao UMC (Universitair Medische Centra) bestaat sinds 1995. Tot 1995 werden de arbeidsvoorwaarden bepaald in de rechtspositieregeling die met het ministerie van OCW werd overeengekomen. In 1995 werd een convenant gesloten met het ministerie van OCW. Hierin werd de decentralisatie van de arbeidsvoorwaardenvorming geregeld. Vanaf deze doordecentralisatie worden de arbeidsvoorwaarden vastgesteld in het LOAZ (Landelijk Overleg Academische Ziekenhuizen).
Ontstaan umc’s
Eind jaren negentig en begin deze eeuw werden de medische faculteiten van de universiteiten overgeheveld naar de academische ziekenhuizen. Hierdoor ontstonden de umc’s. Als laatste is in de eerste helft van dit decennium het Maastricht UMC+ ontstaan. Er zijn 7 umc’s in Nederland: Amsterdam UMC (locatie AMC en VUmc), Erasmus MC, LUMC, Maastricht UMC+, Radboudumc, UMCG en UMCU.